AlgemeenOpinie

Machtsbalans

Verarming van ZLTO kan op termijn grote gevolgen voor de intensieve veehouderij en het mestdossier hebben.

Een jaar of dertig geleden kwam het mestprobleem op de politieke agenda. Het was vooral een regionaal en sectoraal probleem in het Zuiden. Toch is het mestoverschot vrijwel vanaf de eerste dag neergezet als een nationaal vraagstuk. Dat maakte de problemen in het Zuiden en Oosten hanteerbaarder. Immers, het overschot werd uitgespreid over een groter gebied waarin ook tekortregio’s waren. Er is in de jaren daarna heel veel gebeurd – in sommige opzichten ook weer te weinig –, maar feitelijk is die nationale insteek gebleven. De enige serieuze afwijking in regionale richting was de compartimentering, waarbij het overbrengen van dierrechten van de ene zone van het land naar de andere aan banden werd gelegd. Heel recent kondigde staatssecretaris Sharon Dijksma opnieuw een stap naar regionalisering aan; het gebruik van varkensdrijfmest in Oost-Noord-Brabant en Noord- en Midden-Limburg wordt beperkt om de waterkwaliteit te verbeteren.

Ik heb vanuit het hoge Noorden altijd met enige verbazing naar de nationalisering van het mestvraagstuk gekeken; de rest van Nederland liet het toch maar gewoon gebeuren. Er zijn boeken vol geschreven met verklaringen ervan. In al die verklaringen speelt de NCB, later ZLTO, een grote rol. NCB/ZLTO kon die rol ook spelen: ze had meer dan andere organisaties kennis van het vraagstuk, zuidelijke boeren hadden het grootste belang bij draaglijke oplossingen, en ze had uitstekende beïnvloedingslijnen. Niks mis mee, zo werkt het bij elk politiek vraagstuk.

NCB/ZLTO had ook de middelen om haar rol vorm te geven. Een groot verschil met andere boerenorganisaties; die waren met NCB/ZLTO vergeleken armoedzaaiers. Zoals bekend is dat ook een belangrijke verklaring voor de wat merkwaardige structuur van de agrarische belangenbehartiging in Nederland, bestaande uit een koepel met daaronder slechts twee grote organisaties, als we de LLTB even buiten beschouwing laten. De ongelijke financiële verhoudingen maakten fusie tot één nationale organisatie onmogelijk. Voor het mestdossier betekent het voortbestaan van een zelfstandig ZLTO dat er een onversneden belangenbehartiger voor de intensieve veehouderijsector bestaat. Nogmaals, niets op tegen, ik constateer het alleen.

Met het recente Vion-debacle is die situatie aan het veranderen. De rijkdom van ZLTO is via Vion deels verdampt. Ik las ergens dat het een fusie van LTO Noord, LLTB en ZLTO snel dichterbij brengt. Ik denk dat dat klopt. Een fusie gaat gevolgen hebben voor het mestdossier. Met één nationale organisatie zal de belangenbehartiging voor de intensieve veehouderij verwateren. Zo kon het varkensslacht-debacle wel eens een heel grote varkensstaart krijgen.

Beheer
WP Admin