MechanisatieAchtergrond

JCB maakt Fastrac voor op het land

JCB ontwikkelde een compleet andere Fastrac dan we gewend zijn met ruime cabine, kortere draaicirkel en bak en motor van Agco.

De bekende Fastrac 3000-, 7000- en 8000-series zijn allemaal gestoeld op het idee dat de trekker op het veld maar zeker in transport moet functioneren. Een snelheid van 80 km/uur, ABS, een mechanische stuuroverbrenging en de transmissie los van de achteras zijn kenmerkend. Deze nichemarkt bleek te klein. Bovendien is de draaicirkel te groot. Een compacte wendbare trekker met veel vermogen is de trend. Daarin wil JCB mee, terwijl het zo veel mogelijk van zijn transporteigenschappen behoudt. De 7000- en 8000-­series zijn daarom van de markt ­gehaald. Alleen de 3000-serie mag nog even blijven.

Nieuw ontwerp

De Fastrac wordt geheel nieuw ontworpen voor een groter publiek. De 2000-serie bijt het spits af en transformeerde tot de 4000-serie: de verrassing op de Agritechnica in 2013. Een vervanger voor de 7000- en 8000-serie volgt. Boerderij probeerde de eerste in de 4000-serie, een 4220 voor een Fella-vier­elementshark en een kipper. Het verschil met voorganger 2170 is enorm. Niet alleen is er een veel ruimere cabine, ook is er nu cvt, een kortere draaicirkel en rijdt de trekker ook ‘gewoon net als andere’ nog 60 km/uur in plaats van 80.

Grote cabine

Wie de 4220 via de met led belichte trap bestijgt, valt meteen de ruimte in de cabine op. De voorruit staat nu net als bij oogstmachines schuin naar voren en achter de stoel is er nog enige ruimte tot de achterruit. Het geeft een veel betere zit en beleving dan de korte en brede cabine van de 2170. De stoel is 70 graden draaibaar. Daarbij is er fatsoenlijk zicht tussen de wielen. Overigens is de JCB zo opgebouwd dat er gemakkelijk een voorlader is te monteren; meestal van Alö. Zicht naar achteren kan natuurlijk beter met de cabine in het midden. Hefkogels in de onderste stand zijn lastiger te zien. Toch is het aankoppelen van de Fella-hark goed te doen. De verwarmde en elektrisch verstelbare spiegels met dodehoekspiegel helpen daarbij. Bijrijders hebben het goed op hun volwaardige zetel met daaronder een koelvak.

Goed comfort

Opvallend is het zelftintende glas wanneer je in zonlicht rijdt. Het comfort is – dankzij de in het midden geplaatste maar ongeveerde ­cabine – ook op de weg dik in orde. Een van JCB’s stokpaardjes. Het active veer-sys­teem is dubbelwerkend. Daardoor is de hoogte van de trekker automatisch in te stellen. Bij het heffen pompt de vering hiervoor olie in de cilinders, zodat de trekker recht staat. De chauffeur kan de achterkant laten zakken voor het makkelijker opbouwen van een werktuig. JCB brengt duidelijk één lijn in de bediening. De terminal en armleuning zijn gelijk aan die in de 7000- en 8000-serie. Het scherm mag een slag groter zijn en een minder dikke behuizing hebben. Ook de joystick bleef gelijk. Kenmerkend zijn de vier zwarte knoppen voor vrij toewijsbare functies, en de groene en witte knop voor kopakkerautomatiek. Op de cabinestijl zijn veel knoppen te vinden, onder meer voor de assen en de verlichting. Deze functies zijn verder in te stellen in de terminal. Nieuw is het dashboard en het via een geel hendeltje weg te klappen stuur. Alle ventilatieopeningen zitten in deze stuurconsole.

[([002_rb-image-2670752.jpeg]:inzetgroot)]

 

Agco-motor en -bak

Net als de 8000- en de 3000-serie heeft ook deze 4000-serie een Agco Power ­onder de kap. Het lichtste model 4160 heeft een maximaal vermogen van 130 kW (175 pk). De 4190 heeft 155 kW (208 pk) en onze 4220 levert 175 kW (235 pk). Deze 6,6 liter zescilinder zonder boost haalt zijn fase IV-emissie-eisen met een DOC en SCR-techniek. Als transmissie is de ML180 Vario-bak gebruikt van Agco (Fendt, MF). JCB gaf er uiteraard wel zijn eigen aansturing aan mee. De topsnelheid van 60 km/u is te halen bij een toerental van 1.600 omw/min. Er is rijdend te wisselen tussen veld en transport bij een snelheid lager dan 7 km/u. Diesel, AdBlue en olietank zitten allemaal links van de cabine en zijn zodoende eenvoudig te vullen.

Chassis bleef gelijk

Eigenlijk is alleen het kleine chassis van de 2170 gebleven, waarbij voor- en achteras sturen en de hef is verbonden met de achteras. De transmissie staat los van de achteras. De krachtoverbrenging gaat voor wielen en aftakas via twee losse aandrijfassen. De hef beurt met maximaal 8 ton een stuk meer dan voorheen. De geïntegreerde fronthef van Zuidberg tilt 3,5 ton; een ton meer dan op de 2000-serie. De aftakas heeft vier toerentallen: 540, 1.000 en hun ecostanden. De vijf hydrauliekaansluitingen en de aftak­asstomp zijn naar achteren gebracht zodat deze met aankoppelen van een machine beter bereikbaar zijn. Er zijn vijf stuurmanieren te schakelen met een eenvoudige draaiknop. Naast twee- en vierwielbesturing is er hondengang, spoorvolging via proportioneel bijsturen van de achteras en bijsturen met vertraging. De vertraging is zelf in te stellen.

[([003_rb-image-2670754.jpeg]:inzetgroot)]

 

Verkleinbare draaicirkel

Boven 25 km/u blokkeert de achterwielbesturing in neutraalstand. Remmen gaat standaard met ABS en ook de rem­aansluiting voor een aanhanger heeft ABS. De bandenmaat groeide naar 600/70R30. De draaicirkel van 15,8 meter is te verkleinen naar bijna 10 meter. Het sturen gaat niet meer met een directe mechanische verbinding om toelating voor snelwegen te hebben. JCB kiest hier voor de inzet op het veld, en dus een hydraulische overbrenging waarop gps is te monteren. JCB werkt hierin samen met Trimble, die ook in de terminal is geïntegreerd. Met de gps-optie is ook Rapidsteer te krijgen; dat brengt het aantal stuuromwentelingen terug bij snelheden onder 10 km/u. Allemaal zaken die de Fastrac meer van de straat haalt en met de nokken in de klei zet.

Misschien ook interessant: Traktorpool. Ook te vinden op Facebook.

Beheer
WP Admin