Import van koeien stabiliseert rond 30.000 stuks

De import van koeien, ouder dan twee jaar, komt over 2022 uit op ongeveer 30.000 dieren. De stand van begin december, bijgewerkt door RVO, lag op 28.872 dieren. Met nog een maand te gaan zal het totaal dus naar verwachting zo rond de 30.000 uitkomen.

De meeste dieren zijn afkomstig uit België, Duitsland en Denemarken. In België en Duitsland zijn nog regelmatig fokveeveilingen. Daar gaat het vooral om aankoop en import van Holstein melkvaarzen en -koeien. En uit Denemarken worden vooral Jersey-koeien geïmporteerd. Reden hiervoor is dat in Nederland soms bedrijven omschakelen van Holstein naar Jersey en dan in een keer de stal volkopen. Anderen voeren Jersey melkkoeien aan omdat ze geen jongvee aanhouden.

In de importaantallen is overigens geen onderscheid tussen het doel van de dieren: melkvee of vleesvee. Het is aannemelijk dat met name uit België ook nog een aantal vlees/zoogkoeien geïmporteerd zijn, voor leven of slacht. Deze aanvoer is echter vrij stabiel, waardoor de toenames in import van koeien vooral aan importmelkvee kunnen worden toegeschreven.

_{Tekst gaat door onder het kader}

Import van koeien piekte in 2019

De import van koeien zat jaren achtereen, in de periode 2008 tot en met 2014, zo rond de 20.000 dieren. Met ingang van 2015, toen het melkquotum werd afgeschaft is de import gestegen om daarna weer iets af te vlakken. In 2019 volgde een piekimport van 46.206 dieren. Waarschijnlijk het gevolg van de invoering van de fosfaatrechten eerder. Toen is er veel jongvee opgeruimd om de fosfaatrechten vooral met koeien te vullen.

In de jaren daarna was er eigenlijk te weinig jongvee om de melkkoeien te vervangen en werd (deels) op import uitgeweken. De laatste jaren lijkt een en ander wat stabieler wat de import weer laat dalen tot zo’n 30.000 stuks.

Met name GD hamert op de risico’s van import vanwege de gevaren op gebied van diergezondheid. Met name de uitbraken van Leptospirose van de laatste jaren worden vaak gekoppeld aan import van rundvee.