RundveeAchtergrond

Haal jongvee tijdig binnen

Zolang het weer goed is, blijft jongvee op veel bedrijven tot laat in de herfst in de wei. Toch is vroeg opstallen beter, dat bespaart uiteindelijk geld.

Het einde van het weideseizoen nadert. Over het binnenhalen van de melkkoeien hebben veel veehouders specifieke plannen, waarin het weer een belangrijke rol speelt. Maar over het opstallen van jongvee denken ze veel minder na, ervaren diverse jongveespecialisten. Terwijl dat wel nodig is.

Binnenhalen noodzakelijk voor groei en ontwikkeling

Op veel bedrijven blijven de pinken tot laat in de herfst lopen. Zolang het weer meezit en dieren ruim in het gras blijven, lijkt weiden goedkoper dan opstallen. Maar voor de groei en ontwikkeling van de kalveren en pinken is het juist noodzakelijk ze tijdig binnen te halen.

Na augustus krijgt het weer en het korten van de dagen zijn weerslag op de grasgroei en graskwaliteit. De groeisnelheid gaat er langzaam uit en ook het suikergehalte loopt terug. In combinatie met een lagere voeropname, bijvoorbeeld door minder smakelijkheid, krijgen kalveren en pinken hun energiebehoefte niet meer gedekt. Daardoor kunnen dieren tot 300 gram per dag minder groeien dan wanneer ze op stal staan.

Later behalen inseminatiegewicht

Een groeiachterstand is op stal niet zomaar in te halen. Dat resulteert uiteindelijk in het later behalen van het gewenste inseminatiegewicht. Elke maand later insemineren kost vlot € 100 per pink, per bedrijf een kostenpost van een paar duizend euro per jaar.

Elke leeftijdsgroep eigen beleid

Het is niet zo dat alle jongvee direct naar binnen gehaald moet worden. De oudere, al dan niet drachtige pinken kunnen bijvoorbeeld langer blijven lopen dan de dieren van negen tot twaalf maanden.

Adviezen bij het opstallen

▶ Houd dieren die uit de wei komen strikt gescheiden van jongere dieren die al binnen staan, in verband met ziekteoverdracht, zoals van pinkengriep.

▶ Bepaal het opstalmoment aan de hand van de volgende criteria: • Vreten de pinken nog voldoende? 
• Hoe is de pensvulling?, en: • Hoe reageren ze als iemand de wei nadert? Vooral dat laatste is een eenvoudige graadmeter of de dieren honger hebben of niet.

▶ Haal de kalveren tot een jaar oud voor half september binnen. Deze hebben de hoogste energiebehoefte en kunnen daar niet meer in voorzien.

▶ Let bij het binnenhalen op het haarkleed. Is dat al wat langer en ruiger? Dan hebben kalveren al te lang buiten gelopen en hebben ze hun energie niet gestoken in hun groei.

▶ Laat pinken niet langer dan begin oktober in de wei. Ook in een mooi najaar met voldoende gras krijgen deze dieren hun energiebehoefte niet meer bij elkaar gegraasd.

▶ Voer het jongvee voor het opstallen al wat krachtvoer bij. Dat maakt de omschakeling naar het stalrantsoen gemakkelijker.

[([002_rb-image-2684556.jpeg]:inzetgroot)]

Bepaal het opstalmoment aan de hand van de volgende criteria: vreten de dieren voldoende? Hoe is de pensvulling? En hoe reageren ze als iemand ze benadert? Foto: Koos Groenewold

Opstallen is rantsoenwisseling

Het opstallen is geen kwestie van weidepoort en staldeur openzetten en het jongvee binnenhalen. Voor de dieren is het toch een stressmoment, hoe rustig een veehouder ook handelt. Verplaatsen en eventueel herindelen van de diergroepen met de daarbij horende stress geven risico op een groeidip.

▶ Bereken tijdig met de voeradviseur de rantsoenen voor de verschillende jongveegroepen. Neem niet zo maar een mooie herfstkuil om jongvee te voeren maar kijk welke kuilen het best passen. Ook opstallen is een rantsoenwisseling waarvan de dieren een tijdelijke groeidip kunnen krijgen. Kijk daarom goed hoe de dieren weer het best zijn op te starten, zodat ze vanaf de eerste dag voldoende voer opnemen.

▶ Let bij de rantsoensamenstelling ook op de mineralenvoorziening. Voor alle leeftijden voldoet een jongveemineralenmix. Kies voor de te insemineren en drachtige pinken voor een mineralenmengsel met ruim voldoende jodium, koper, selenium en vitamine E. Een goede mineralenvoorziening rond de inseminatie is belangrijk voor de innesteling van de embryo. Ook speelt de mineralenvoorziening een rol bij de geboorte van zwakke of dode kalveren van vaarzen in de wintermaanden.

▶ Meet de borstomvang of kruishoogte zodra dieren op stal staan en vergelijk ze met de gegevens van voor de weidegang. Dat brengt de ontwikkeling tijdens de weideperiode in beeld. Vergelijk, indien geen eerdere gegevens beschikbaar zijn, de metingen met de normen voor de leeftijdsgroepen. Voldoet het jongvee niet aan de norm, dan zijn gericht rantsoenaanpassingen door te voeren.

[([003_rb-image-2684555.jpeg]:inzetgroot)]

Scheer de dieren kort na het opstallen helemaal of scheer op zijn minst de ruggen uit. Op stal krijgen ze meer energie binnen en produceren meer warmte en zweten daardoor. Foto: Koos Groenewold

▶ Scheer jongvee zo snel mogelijk na opstallen geheel of scheer de ruggen uit. Zeker als nachten kouder worden, vormen kalveren en pinken al snel langer haar. Op stal krijgen ze meer energie binnen en produceren zo meer warmte, met als gevolg zweten.

▶ Neem voor wormonderzoek bloedmonsters en bepaal op basis van de uitslag samen met de dierenarts of en welke behandeling nodig is. Een bloedmonster geeft een beter beeld van de ernst van een eventuele besmetting dan een op de aanwezigheid van wormeneitjes in de mest gebaseerd mestmonster.

▶ Laat jongvee dat hoest via mestonderzoek controleren op longwormen. Weidegang en hoesten wijst bijna altijd op een longwormbesmetting.

▶ Laat in risicogebieden begin oktober bloedmonsters op leverbot nemen van jongvee dat in vochtige weides heeft gelopen. Een mestmonster is ook mogelijk maar kan pas twaalf weken na de besmettingsperiode in augustus genomen worden.

▶ Vaccineer de leeftijdsgroep tot ongeveer één jaar tegen pinkengriep; dit haalt ook de infectiedruk uit de stal weg.

▶ Controleer de klauwen. Energie- en structuurtekort in de wei leidt op veel bedrijven tot klauwproblemen – vaak ongemerkt.

▶ Zorg dat jongvee niet in aanraking kan komen met mest van koeien, om overdracht van mortellaro te voorkomen. Een pink die een mortellarobesmetting heeft doorgemaakt, heeft als koe een tot zes keer hoger risico op herhaling daarvan. Ook heeft zo’n pink een hoger risico om in de eerste zestig dagen van de lactatie uit te vallen.

▶ Behandel het jongvee zo nodig tegen mortellaro. Dit kan door middel van een klauwbad, maar een rugspuit met een formalinevrij middel is een goed alternatief. Behandel de dieren dan een maand lang drie keer per week en zodra de besmetting onder controle is nog eenmaal per week, om de infectiedruk onder controle te houden.

[([004_rb-image-2684546.jpeg]:inzetgroot)]

Zorg op stal voor goede kwaliteit ruwvoer. Bereken voordat de pinken binnen komen al het rantsoen met de voeradviseur. Foto: Koos Groenewold

Stel eigen werkgemak voorop

Het vormen van nieuwe groepen jongvee op stal speelt ook een rol in het werkproces. Zeker op groeiende bedrijven zijn logische looproutes en werkplanning nodig om de tijd effectief in te delen. Adviezen op dit gebied:

▶ Selecteer bij opstallen. Zet de dieren in goede leeftijdsgroepen en zorg dat die groepen ook in de juiste afmetingen ligboxen terechtkomen.

▶ Alle dieren jonger dan vijftien maanden kunnen bij elkaar; de groepsgrootte is afhankelijk van de stalruimte en indeling.

▶ Let op overbezetting. Voorkom in ieder geval overbezetting op ligplaatsen; langer staan is slecht voor de klauwen en het werkt damslapers in de hand. Overbezetting op het voerhek kan, maar schuif dan het voer regelmatig aan.

▶ Vorm een inseminatiegroep van pinken van twaalf tot veertien maanden. Dit vergemakkelijkt de tochtdetectie.

Beheer
WP Admin