AkkerbouwNieuws

Grote genetische variaties bij kool

Wageningen – Plantenwetenschappers vermoeden dat koolplanten een zeer grote genetische variatie hebben. Dat blijkt uit het ophelderen van het genoom van de Brassica rapa.

Bloemkool, rode kool en broccoli zijn allemaal veredeld uit de kool soort Brassica oleracea. De zustersoort Brassica rapa bracht onder andere de Chinese kool, paksoi en meiraap voort. Het is bekend dat Brassica’s al hun erfelijk materiaal hebben verdriedubbeld, ergens tussen 5 en 9 miljoen jaar geleden. Zulke vermenigvuldigingen komen vaker voor bij planten. Na zo’n gebeurtenis muteren en verdwijnen ‘overbodige’ genen en masse. Maar enkele groepen met genen lijken dus wel behouden te blijven om zo de uiterlijke diversiteit van kool mogelijk te maken.

“We vinden opvallend veel genen die de bloeitijd regelen. Deze varieert bij verschillende gewastypes van maar twintig dagen tot wel twee jaar. Dit verklaart de uiterlijke diversiteit”, vertelt Guusje Bonnema, universitair docent Plantenveredeling en lid van het internationale onderzoeksteam. Ook hebben de onderzoekers een groot aantal genen voor de hormoonhuishouding gevonden, die de opbouw van de plant bepaalt.

Bonnema waarschuwt dat dit nog geen definitief antwoord is voor de grote genetische variatie en waarom sommige behouden blijven. Toekomstig onderzoek, zeker aan andere gewastypes zoals meiraapjes en paksoi, moet voor een completer beeld zorgen. De onderzoekers willen ook het genoom van de koolrabi, bloemkool en broccoli duidelijk in beeld hebben. Deze gegevens moeten duidelijk maken of de grote genetische variatie ook hier aanwezig is en welke genen verantwoordelijk zijn voor specifieke eigenschappen, zoals de grote bladeren van de rode en witte kool.

De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Genetics.

Beheer
WP Admin