De randvoorwaarden van de beheersvergoeding zijn onvoldoende geïndexeerd en geactualiseerd, zo vinden de ANlb’s. – FotoL Mark Pasveer AlgemeenNieuws

Groei agrarisch natuurbeheer lastig op veenweide

De fors gestegen mestafzet- en voerkosten staan de groei van agrarisch natuurbeheer in veenweidegebieden in de weg.

Bij meerdere agrarisch natuurbeheercollectieven (ANlb’s) blijft de beheersvergoeding te ver achter bij de kostprijs, vooral op melkveebedrijven. Een nieuwe indexering van die vergoeding is daarom nodig, klinkt het bij ANlb’s. Provincies gaan daar over, maar volgens een woordvoerder van het ministerie van LNV is hier nu geen budget van het Rijk voor beschikbaar. De nieuwe landbouwminister gaat daar over.

In het hoofdlijnenakoord is de komende periode € 500 miljoen extra per jaar gereserveerd voor agrarisch natuurbeheer. Voor sommige collectieven is dat geld zeer welkom om nieuwe boeren te kunnen trekken; de wachtlijst is groot. Vooral in extensievere gebieden op zandgronden. Maar in melkveeregio’s in veenweidegebieden klinkt een heel ander geluid. In die gebieden is de fors gestegen kostprijs een obstakel voor verdere groei van agrarische natuurcollectieven.

Niet stimulerend genoeg

Agrarisch natuurcollectief Noordwest-Overijssel telt 350 deelnemers, vooral veehouders op veenweide. Een wachtlijst is er niet. “Met ons huidige budget is er ruimte voor nog eens 50 deelnemers”, zegt directeur Joachim van der Valk. “We zijn wel gegroeid, maar de randvoorwaarden van de beheersvergoeding zijn onvoldoende geïndexeerd en geactualiseerd. Ook zijn ze niet stimulerend genoeg om nieuwe boeren te trekken.” De beheersvergoeding is gebaseerd op gederfde kosten, maar door de prijsstijgingen van voer, mestafzet en loonwerk is dat lastig geworden, stelt van der Valk. “De groep die intrinsiek gemotiveerd is, doet bij ons al mee. Voor de groep die daarna komt, speelt de financiële component sterker mee. Als we echt willen groeien, zijn betere randvoorwaarden nodig. Begin daar als nieuw kabinet mee.”

De vergoeding blijft achter bij de kostprijs van de beherende melkveehouders

In het veenweidegebied in Zuid-Holland en Utrecht klinkt eenzelfde geluid. “De vergoeding blijft achter bij de kostprijs van de beherende melkveehouders”, zegt Karel Rietveld van collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. “De laatste indexering was begin 2023 en toen waren de gestegen voerkosten van het jaar ervoor al niet in de vergoeding meegenomen. Daarna is voer opnieuw duurder geworden en hetzelfde geldt voor mestafzet.” Veel groei is er ook niet in het ledenbestand van het collectief. “Er is geen enorme wachtlijst. We hebben nu 400 deelnemers en daar komt hooguit een handjevol boeren bij.”

De collectieven in veenweidegebieden staan soms in schril contrast met andere collectieven. Vooral in extensievere gebieden en op zandgrond. Zo heeft het collectief Agrarische Natuur Drenthe een wachtlijst van 350 deelnemers op evenzoveel leden.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.