Eerste BWB-kalf Petit in mei natuurlijk geboren
Fokker Van Schaijk probeert te koersen op meer natuurlijke geboortes met zijn Belgisch Witblauwe veestapel. Hij mikt op 10 van de 20 afkalvingen per jaar.
Millo (49) en Jolise (44) van Schaijk hebben samen met Jolises vader Frans van Boxmeer (70) in Sint-Oedenrode (N-Br.) een vleesveebedrijf met 50 Belgisch Witblauwen en 5,5 hectare land. Er is ook een zorgboerderij. Millo van Schaijk is daarnaast voorzitter van de foktechnische commissie van het Belgisch Witblauwe stamboek.
Het vleesveebedrijf ligt op korte afstand van het dorp en tegen de rivier de Dommel aan. De Belgisch Witblauwe veestapel bestaat op dit moment uit 28 koeien, 7 stieren en 15 kalveren. Het aantal afkalvingen is daarbij al jaren vrij stabiel; rond de 20 per jaar. Tijdens de Boerderij-reportage liepen de dieren zowel buiten als binnen (in een 20 jaar oude, maar nette hellingstal).
Van Schaijk vaart sinds kort een andere bedrijfskoers. Hij wil gestaag toewerken naar kortere drachtperiodes, lagere geboortegewichten en meer natuurlijke geboortes. Zijn doel: 10 natuurlijke afkalvingen van de 20 geboortes. Een en ander is daarbij wel ingegeven door de maatschappelijke druk. Van Schaijk realiseert zich dat hij dit makkelijker kan proberen dan grote bedrijven met Belgisch Witblauwen.
In voorgaande jaren werkte van Schaijk met ‘ouderwetse’ fokstieren. Drachtperiodes bedroegen soms wel 290 dagen en kalveren wogen vaak 60 kg. Voor een natuurlijke geboorte mikt de fokker op 40 kg en een drachtperiode van 270 tot maximaal 280 dagen. Daarvoor zet hij nu al andere stieren in.
Dat is wel een flinke uitdaging. Het stamboek in België berekent elk jaar die indexen. Aangevuld met fokwaarden voor bekkenmaten vanuit Bewust Natuurlijk Luxe stelt de foktechnische commissie van het Belgisch Witblauwe stamboek stierenkaarten samen met als uitgangspunten positieve fokwaarden bekkens, een korte drachtperiode, een laag geboortegewicht en een lage bespiering. De commissie heeft al voor de vierde keer zo’n kaart gemaakt en er staan nu 39 stieren op.
Van Schaijk werkt ook met bekkenindexen en laat elk jaar bekkenmetingen doen op zijn bedrijf via Bewust Natuurlijk Luxe. De gemiddelde vooruitgang per jaar is een halve centimeter in de breedte. De ondergrens voor een ruim bekken – waarbij natuurlijk afkalven mogelijk is – stelt hij op 20 centimeter hoogte en 18 tot 19 centimeter breedte. Van Schaijk heeft nu drie koefamilies met een ruim bekken; de helft van zijn Belgisch Witblauwen.
De hier bijna vijf weken oude Petit is het eerste natuurlijk geboren Belgisch Witblauwe kalf op het bedrijf van van Schaijk. Dit kalf is na een drachtperiode van slechts 260 dagen geboren en noteerde toen een gewicht van 35 kg. Al kwam bij dat lage gewicht ook wat geluk kijken, aldus de fokker.
Dit is de moeder van Petit; een koe met voldoende ruim bekken. Overigens gaan de eierstokken van de koeien met ruime bekkens die een laatste keer gekalfd hebben na de slacht naar CRV. De embryo’s ervan krijgt van Schaijk terug die worden ingezet voor zijn Belgisch Witblauwen met smallere bekkens. De reden dat de fokker dit doet is omdat krappe bekkens traag verruimen.
Deze koeien zitten aan het eind van de drachtperiode. De nieuwe stierenkaart brengt voor van Schaijk ook onzekerheid met zich mee. Harde cijfers om naar ruimere bekkens of kortere draagtijd te fokken zijn er wel, maar leiden niet opeens tot meer natuurlijke geboortes. Het is ook de vraag wat de stierenkaart voor bedrijfsgevolgen heeft. Een andere stierkeuze kan iets ten koste gaan van het rastype; een wat minder hellend kruis en een rib die wat platter wordt. Het effect op bespiering en karkasgewicht is bovendien nog onduidelijk.
Met het vizier op natuurlijke geboortes gericht probeert van Schaijk de laatste jaren te anticiperen om met zijn Belgisch Witblauwen toch een goed gewicht te blijven halen. Hij is daarom anders gaan voeren. In de opstartfase voert van Schaijk een luxer melkpoeder waar 80 procent mager melkpoeder inzit; maximaal 8 in plaats van 6 liter per dag. Dit doet hij echter wel gedurende een kortere periode. Per saldo zorgt dit voor meer groei.
Ook krijgen koeien en vooral stieren nu ook aardappelen en een eiwitrijkere brok. De stieren halen nu veel makkelijker met 10 a 11 maanden een karkasgewicht van 300 tot 350 kg. Voorheen moest de fokker echt hard werken om de 300 kg voor stieren te halen. Een andere aanpassing: van Schaijk rijdt het voer nu vaker (niet méér) voor.
Vlees van de Belgisch Witblauwen gaat al jaren naar een lokale slager in Eindhoven. Gemiddeld gaat dat om 9 koeien en 12 stieren per jaar. De koeien gaan na drie keer afkalven weg en noteren dan een geslacht gewicht van gemiddeld 600 kg. De stieren vertrekken zoals gezegd eerder. En op wens van de afnemer mikt van Schaijk voor dit stierenvlees wat meer op rosé.
De hellingstal telt zeven hokken en in elk hok is ruimte voor maximaal zeven dieren. De koeien staan sinds kort niet meer op leeftijd, maar op drachtperiode. Dat komt de rust in de stal ten goede, merkt van Schaijk. De hellingsgraad in de strohokken bedraagt 5 procent.
De dichte vloer voor de strohokken wordt schoongehouden door een mestschuif.
De strohokken kan van Schaijk eenvoudig bijvullen vanaf de strozolder. Voor zeven hokken neemt dit niet veel tijd in beslag.
De Belgisch Witblauwen lopen in principe van half maart tot begin oktober buiten. Afgelopen najaar viel dat door de vele regen echter niet mee.