DLV verwacht beperkte animo verplaatsings- en innovatieregeling
DLV Advies verwacht beperkte deelname aan verplaatsings- en innovatieregelingen door strenge voorwaarden, terwijl de Lbv-plus stoppersregeling aantrekkelijker lijkt voor piekbelasters.
Agrarisch adviesbureau DLV Advies verwacht dat de verplaatsings- en innovatieregelingen, die het ministerie afgelopen week aankondigde, maar beperkt gebruikt zullen worden. Dit komt door de strenge voorwaarden om mee te doen aan de regeling. Volgens DLV lijkt de stoppersregeling Lbv-plus aantrekkelijker voor piekbelasters en biedt deze meer mogelijkheden.
Verplaatsen van bedrijven
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) kondigde vorige week de laatste twee regelingen aan uit de piekbelastersaanpak, waarvoor Brussel nu groen licht heeft gegeven. Veehouderijbedrijven die volgens de rekensystematiek piekbelaster zijn vanwege hun stikstofuitstoot op gevoelige Natura 2000-gebieden, kunnen deelnemen aan deze subsidieregelingen.
De nieuwe regelingen zijn bedoeld voor het verplaatsen van een bedrijf naar een nieuwe locatie verder weg van Natura 2000-gebieden, en voor het investeren in innovatieve technieken om stikstofemissie te reduceren.
Wie de subsidie krijgt, mag vijf jaar lang niet groeien
DLV-adviseur Marco Hol wijst bij de innovatieregeling vooral op de voorwaarde dat deelnemers een aantal jaar niet meer dieren mogen houden. “Een forse beperking voor bedrijven die willen groeien,” zegt hij. Wie de subsidie krijgt, mag vijf jaar lang niet groeien ten opzichte van het referentiejaar 2021. “Dan zou een deelnemende veehouder met 100 melkkoeien, na toekenning van de subsidie en een investering in 2025, bij het vaststellingsverzoek begin 2026 tot en met 2031 geen stijging in het aantal koeien mogen hebben,” constateert Hol.
De innovatieregeling koppelt bovendien stikstofreductie aan brandveiligheid en dierenwelzijn, waardoor boeren meerdere investeringen moeten doen.
Zelf nieuwe locatie vinden
Bij de verplaatsingsregeling wijst DLV vooral op de vergunningen. “Ondernemers moeten zelf een nieuwe locatie vinden en binnen twee jaar na subsidietoekenning beginnen met verhuizen, met een afronding binnen drie jaar. Tijdige vergunningen zijn cruciaal,” aldus Hol.