De drempel om naar de dokter te gaan, is hoog
Boeren voelen zich door de dokter vaak niet begrepen. Terecht, zo blijkt. Huisartsen hebben vaak weinig kennis van het boerenleven. Het project Boeren in Beeld wil de kloof dichten.
Nog altijd vinden veel boeren het moeilijk om met mentale klachten naar de huisarts te gaan. En nog altijd hebben veel huisartsen weinig kennis van het boerenleven. Dat blijkt uit het eindrapport van Boeren in Beeld – Samen aan de slag voor boerenwelzijn. GGD IJsselland startte het project in 2023. Doel was om de mentale gezondheid van agrariërs te verbeteren. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat er een kloof is tussen boeren en de psychosociale hulp, maar een plan van aanpak bleef steeds uit. De bedoeling van Boeren in Beeld was om betrokkenen uit zowel de agrarische sector als uit de zorg samen te brengen. Dit om te zorgen voor een betere herkenning van problemen waar boeren mee kampen.
Nog altijd komt het voor dat zorgprofessionals een boer met mentale klachten naar huis sturen met het advies om het maar even een tijdje rustig aan te doen. “Als je als boer eindelijk zover bent dat je naar de huisarts gaat, dan ga je bij zo’n advies niet een tweede keer”, zegt Ida Besten. Ze woont met haar gezin op een melkveebedrijf in het Overijsselse Haarle, werkte jarenlang als psychiatrisch verpleegkundige en werd betrokken bij het project omdat ze thuis is in zowel de zorg als het boerenleven.
Geen tijd, schaamte en ‘zelf doen’
Uit het onderzoek tijdens het project blijkt dat veel boeren kampen met psychosociale problemen, maar dat driekwart het moeilijk vindt om om hulp te vragen. Ze kunnen moeilijk over hun gevoel praten en denken dat ze hun problemen zelf wel op kunnen lossen. Andere redenen om geen hulp in te schakelen, zijn dat ze zich geen tijd gunnen, dat ze zich schamen en dat ze niet weten waar ze aan zouden moeten kloppen.
Opvallend is dat ook voor hulpverleners niet altijd duidelijk is waar ze een boer met mentale problemen naartoe kunnen verwijzen. Vaststellen dat veel boeren niet makkelijk om hulp vragen was één ding, de vervolgvraag was: hoe kan die drempel omlaag? Het aangaan van de dialoog met huisartsen kwam als belangrijke aanbeveling naar voren.
Begrip voor boerenmentaliteit
Huisartsen kunnen zich meer bewust worden van wat er speelt in de agrarische sector en wat dat kan doen met de psychische gesteldheid van boeren. Ook meer begrip en kennis van de boerenmentaliteit wordt als belangrijk gezien. Boeren bellen niet makkelijk om de dokter te raadplegen dus als ze bellen, is de nood hoog. Dan is het niet wenselijk dat je bijvoorbeeld pas over een week terecht kunt. Annelot van Rooij, onderzoeker bij GGD IJsselland: “We proberen de boodschap richting huisartsen te brengen door het te benoemen als belangrijk thema in de rapportage, in verschillende artikelen die erover gepubliceerd worden, in een nieuwsbrief voor huisartsen, in radio- en tv-interviews en tijdens presentaties.”
De huisarts is niet de enige die kan helpen. Aan vrijwel elke huisartsenpraktijk is een POH-GGZ verbonden. Dat staat voor Praktijk Ondersteuner Huisarts Geestelijke Gezondheidszorg. Hij of zij is sociaalpsychiatrisch verpleegkundige, maatschappelijk werker of psycholoog en kan helpen bij de aanpak van mentale problemen. Als boeren de praktijk bellen, kunnen ze ook naar deze hulpverlener vragen. Dat moeten ze dan wel doen, want niet zelden melden ze zich met een vage klacht als rugpijn en worden dan alsnog op de afsprakenlijst van de huisarts gezet.
Het helpt al als je vraagt: hoe is het op de boerderij?
Een afspraak bij een POH-GGZ-medewerker betekent overigens niet dat die wél kennis van de agrarische sector heeft. Sommige wel, andere niet of nauwelijks. Ook bij deze praktijkondersteuners is meer bewustwording gewenst over de drempel die boeren ervaren om contact op te nemen en dat als ze dat doen, er echt iets aan de hand is. Ida Besten: “Het is voor boeren heel belangrijk dat ze zich begrepen voelen. Je hoeft als hulpverlener niet alles te weten, maar het helpt al als je vraagt: hoe is het op de boerderij? Of als je zegt dat je gehoord hebt dat er veel speelt en dat het vast lastig is om daar je weg in te vinden. Zo open je het gesprek en dan kun je gaan luisteren en meedenken.”
Tekst gaat verder onder foto

Negatieve spiraal doorbreken
Dan is er iets dat valt onder de noemer weerbaar ondernemerschap. Uit de inventarisatie van Boeren in Beeld kwam naar voren dat een deel van de boeren vooral ziet wat er allemaal niet meer kan en mag. Deze negatieve houding kan doorwerken op de mentale gezondheid. Het platform Taboer, dat ook betrokken was bij het project Boeren in Beeld, heeft inmiddels verschillende workshops en trainingen opgesteld die inspelen op de mentale veerkracht van boeren en op hun ondernemende vaardigheden. Niet alles kan meer, maar veel nog wel. Het is belangrijk om ook te kijken waar je energie van krijgt, binnen of buiten je bedrijf. Dit zou ook tijdens lezingen, bij studieclubs of in gesprekken met adviseurs meer onder de aandacht moeten komen.
Ontzorgen en regie houden
Maar eigenlijk begint de aandacht voor de mentale gezondheid van boeren met praktisch ontzorgen. Door een aantal praktische taken van hen over te nemen, ontstaat er meer ruimte in hun hoofd om de zaken eens op een rijtje te zetten. Daar kan familie een rol in spelen, vrienden, buren of de bedrijfsverzorging. “Ik weet hoe druk je als boer bent”, zegt Besten. “Je neemt vaak geen tijd om er eens even voor te gaan zitten.” Bij het uit handen nemen van taken moet je volgens haar niet denken aan het overnemen van het totale bedrijf. “Het is belangrijk dat je als boer de regie houdt over wat je wel en niet wilt uitbesteden. Ontzorgen kan ook betekenen dat er eens iemand met je meedenkt. Alleen al door je zorgen uit te spreken, kan ruimte in je hoofd ontstaan zodat je beter in staat bent om de hoofd- en bijzaken weer van elkaar te onderscheiden.”
Het tonen van kwetsbaarheid is nog steeds heel moeilijk
Het project Boeren in Beeld is inmiddels afgerond. Vervolgstappen zijn onder andere het vergroten van de kennis bij huisartsen en POH-GGZ’ers. Intussen blijft verbeteren van de mentale gezondheid van boeren ‘werk in uitvoering.’ Besten: “We kunnen allemaal wat betekenen, niet alleen de professionals. Iedereen die om de boer en zijn gezin staat, kan iets doen. Bijvoorbeeld door te vragen hoe het gaat. Want uit zichzelf beginnen boeren er meestal niet over: het tonen van kwetsbaarheid is nog steeds heel moeilijk. Maar anderen beginnen er ook niet makkelijk over. Laten we dat met elkaar veranderen. Laten we het erover hebben.” Zelf heeft ze geen enkele moeite om thuis persoonlijke zaken aan te snijden. “Het lucht op en ordent je gedachten. Ik zie dat het helpt.”