Copa Cogeca: kooiverbod leidt tot forse krimp varkenssector
De Europese Commissie werkt aan een herziening van de richtlijn over dierenwelzijn, na een breed gedragen burgerinitiatief om kooihuisvesting te verbieden. Copa Cogeca liet drie scenario’s doorrekenen. Het direct verbieden van kraamhokken voor zeugen en verrijkte kooien voor legkippen per 2025, een verbod per 2035 en een verbod met een overgangstermijn tot 2045.
Bij een verbod op kraamhokken waarbij zeugen tussen buizen liggen kan de productie van varkensvlees per 2025 met 23,6% dalen in de EU; 37,2% in Oost-Europa en 21,2% in West-Europa. Bij een overgangsperiode tot 2035 daalt de productie met 8,4%. Nog eens tien jaar later gaat het om 5,6% minder productie. De gevolgen zijn het grootst in Oost-Europa, Denemarken en Portugal. De maatregel heeft tot gevolg dat de EU geen netto-exporteur meer zal zijn als het gaat om varkensvlees.
Het verbod op kraamhokken zorgt voor een stijging van de productiekosten van 47% als de maatregel in 2025 ingaat. Als er tien jaar overgangstermijn is, gaat het om 11%. De hogere kosten zitten naast het stalsysteem in een lagere productie, meer voer, hogere sterfte bij biggen en zeugen, hogere dierenartskosten en hogere arbeidskosten. De winst zal daardoor met 38% afnemen op de korte termijn, of 28% bij een overgangstermijn. Met name in West-Europa neemt de winst sterk af.
Vrees voor geen verbetering
In het onderzoek zegt 30,4% van de ondervraagde zeugenhouders te zullen stoppen als er een kooiverbod komt. Het gaat vooral om kleinere bedrijven. Het gaat om 23% van de varkensbedrijven, die samen 1% van de zeugen in de EU hebben. 67% van de varkenshouders is negatief over een verbod op kraamkooien. Ze vrezen geen verbetering voor het welzijn van de biggen, de zeug en voor de medewerkers.
Wanneer wordt gekeken naar het klimaateffect leidt het verbod op korte termijn tot een CO2-reductie van 22,3% in de EU. Door de toenemende import neemt de CO2-uitstoot in niet-EU-landen echter juist toe.
In Europa wordt 96% van de zeugen in kraamhokken gehouden. In Nederland gaat het om 98%.
Gevolgen varkenshouderij
De gevolgen in de varkenshouderij zijn aanzienlijk groter dan in de pluimveehouderij, blijkt uit het onderzoek. Dat komt hoofdzakelijk omdat in de pluimveehouderij al veel minder dieren in verrijkte kooien worden gehouden.
Een kooiverbod voor pluimvee per 2025 betekent 1,4% minder eieren. Bij een overgangstermijn tot 2035, gaat het om 2%. Uit het onderzoek blijkt dat 27% van de pluimveehouders verwacht te stoppen als er een verbod komt op kooihuisvesting. Het aandeel is in het Oosten groter dan in het Westen. In 61% van de gevallen gaat het om een klein pluimveebedrijf. 59% wil overstappen naar volièresysteem en 13% naar een scharrelsysteem. De kostprijs voor eieren zal 14% stijgen.
Verdere schaalvergroting
De onderzoekers verwachten dat het kooiverbod zowel in de varkens- als in de pluimveehouderij zal zorgen voor verdere schaalvergroting. Copa Cogeca roept de politiek op om boeren de tijd te geven om over te schaken, om de negatieve effecten te verlagen.
Als ik nu 22 was dan ging ik in Rusland kijken. De Europeanen maken voedsel productie moeilijk terwijl ze tegelijkertijd de Russische economie aanjagen naar het hoogste niveau ooit.
Wat maakt het uit. Als europa te weinig voedsel produceert gaan we het toch gewoon in brazilie, china, turkije of rusland halen? Natuurlijk wel met het afwijzende vingertje dat het stoute landen zijn. Europa is knettergek aan het worden.