AlgemeenOpinie

Communicatie

Overal wordt tegenwoordig de ‘dialoog met de omgeving’ gepropageerd, om draagvlak voor het agrarisch bedrijf te krijgen.

Het Gronings Agrarisch Jongeren Kontakt (GrAJK) heeft een nieuwe voorzitter. Deze jonge Groninger heeft communicatie tussen boer, burger en politiek hoog in het vaandel staan. Het imago van de land- en tuinbouw staat ter discussie en het is van groot belang de sector positief te presenteren, aldus deze wakkere voorman. Als iemand ‘communicatie’ roept, word ik altijd wantrouwig. Zoals de bekende songtekst luidt ‘Communication is the problem to the answer’.

Natuurlijk, je moet communiceren, maar met wie? Ik ken heel grote bedrijven waar je nooit wat over hoort. Zij communiceren niet met burgers of politiek, zij communiceren – neem ik aan – met hun klanten of potentiële klanten.

De nieuwe GrAJK-voorzitter verbouwt pootaardappelen, wintertarwe, suikerbieten en gele zaaduien. Ik koop deze producten niet, ik ben geen klant van Willem Smits. Hij hoeft dus niet met mij te communiceren. Zijn imago zal mij worst wezen. Ik betrek mijn landbouwproducten, in verwerkte en verpakte vorm, bij de supermarkt. Die communiceren ook met mij, ze gooien elke week een folder met aanbiedingen in de brievenbus. Dat helpt trouwens ook niet echt, want een positief imago levert het niet op.

Willem Smits moet goede producten telen en dat communiceren met zijn afnemers. Allerwegen wordt tegenwoordig de
‘dialoog met de omgeving’ gepropageerd, om draagvlak voor het agrarisch bedrijf te krijgen. In Brabant heeft dat zelfs een juridische regeling gevonden. In de Verordening Ruimte staat dat veehouderijbedrijven alleen mogen uitbreiden als ‘een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling’. Wat moet men zich daar nu bij voorstellen?

Een varkenshouder wil er 20.000 varkens bij en gaat dat vertellen. Hij huurt het dorpshuis af, zet een PowerPoint-presentatie in elkaar waarin hij alle prachtige aspecten van zijn nieuwe stal over het voetlicht brengt. Het stinkt echt helemaal niet, dierenwelzijn picobello, gezondheid geen probleem, kringlopen in orde, mest naar de verwerking. Toch krijgt hij van iedereen de wind van voren. De ‘belangen van omwonenden’ zijn snel geformuleerd: geen nieuwe stal. Wat de veehouder ook vertelt, het gaat er niet in. Hij mag van geluk spreken dat hij het dorpshuis ongeschonden verlaat.

Is er nu een ‘zorgvuldige dialoog’ gevoerd? Ook uit dit voorbeeld blijkt maar weer: iedereen krijgt het imago dat hij verdient. Daar helpt geen communicatie aan. Het probleem ligt ergens anders.

Beheer
WP Admin