AkkerbouwAchtergrond

CBL: boeren, organiseer je eigen marktmacht

Veel boeren vinden supermarkten te machtig. Het CBL stelt dat de concurrentie voor supermarkten ook erg groot is. “Als boeren meer marktmacht willen, moeten ze dat organiseren.”

De supermarkten knijpen de boeren uit. Zo voelen veel akkerbouwers dat, zeker bij de huidige lage aardappelprijzen. De supermarkten stellen echter dat boeren ondernemers zijn op een vrije markt, net als de supermarkten zelf. Als boeren meer marktmacht willen, moeten ze zich verenigen.

Zo verliep in een notendop de discussie op de bijeenkomst in Bruinisse van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) over de markt. Directeur Marc Jansen van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL, de organisatie van supermarkten) toont begrip voor de positie van de boeren. “Zij produceren voor de Europese markt of de wereldmarkt, terwijl hun kostenniveau lokaal wordt bepaald, bijvoorbeeld door regels voor ruimtelijke ordening of gewasbescherming. Daar kan een kloof tussen zitten.”

Jansen vindt dat boeren niet de confrontatie moeten zoeken met de retailers. “Dat kost de hele keten geld. Bovendien doen supermarkten zaken met voedingsmiddelenbedrijven en nauwelijks rechtstreeks met boeren. Ook is er een hevige concurrentie op de retailmarkt. Er is een overschot aan winkeloppervlakte.” Dat laatste blijkt wel uit de marges die worden gerealiseerd.

Jansen toont de boeren een statistiek van de omzet en brutomarge (verkoopkosten min inkoopkosten) in de voeding. Grote voedingsbedrijven als Danone, Nestlé, Kraft Food en Coca Cola draaien jaarlijkse omzetten van €15 miljard tot €75 miljard. Grote retailconcerns als Carrefour, Auchan, Tesco en Casino halen een vergelijkbare omzet. Maar de voedingsbedrijven scoren een brutomarge van 12 tot 26 procent. Dat is bij de retailconcerns veel lager: 3,4 tot 5,5 procent.

Ook laat Jansen de resultaten zien van een recent onderzoek van het onderzoeksinstituut LEI en de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Daaruit blijkt volgens hem dat de supermarkten rond 70 procent van hun omzet kwijt zijn aan inkoopkosten. Als ook de overige kosten er worden afgetrokken, blijft een nettomarge over van enkele procenten. Jansen heeft een advies voor boeren die vinden dat de supermarkten meer marktmacht hebben dan zij zelf. “Organiseer je eigen marktmacht. En als je klachten hebt over je afnemer, is er een meldpunt waar je anoniem kunt melden.”

Het organiseren van marktmacht is echter moeilijk, zegt NAV-bestuurder Keimpe van der Heide op de bijeenkomst. “De wetgeving stelt daar beperkingen aan, ook al zijn de mogelijkheden verruimd in het EU-landbouwbeleid. Daarnaast zijn producten als suiker, zetmeel en graan lang te bewaren. Dat maakt aanbodregulering vanuit de primaire sector lastig. Ook hebben de telers te kampen met een lage prijselasticiteit. Een klein overschot drukt de prijzen sterk omlaag. En er zijn heel veel aanbieders.”

Van der Heide vindt voedsel te belangrijk om aan de vrije markt over te laten. “Voedsel is geen luxe, maar een dagelijkse levensbehoefte. De NAV wil de voedselproductie regionaliseren in plaats van globaliseren en reguleren in plaats van liberaliseren. Bij de stapelbare producten moet marktbescherming mogelijk zijn. Bij de vrije producten moeten de telers meer ruimte krijgen in de concurrentiewetgeving. In een vrije markt is voor de producent het beheersen van het aanbod hèt instrument om redelijke prijzen te krijgen. Het instellen van een Autoriteit Producent en Markt (APM), net als de ACM voor consumenten, kan de positie van de teler iets versterken.”

Beheer
WP Admin