VarkensOpinie

Braboham met marge

In Brabant wordt gesproken over een beter verdienmodel. Voordat het zover is krijgen boeren echter flink wat extra eisen op hun bord.

In Brabant wordt vanuit Provinciale Staten nadrukkelijk de veehouderij tegen het licht gehouden. ‘Transitie naar een zorgvuldige veehouderij 2020’ heet het, als voorbeeld voor de rest van Nederland. In Sint-Michielsgestel heeft een club wijze mensen van overheid, sector en actiegroepen bij elkaar gezeten. Ze hebben gesproken over een beter verdienmodel, in harmonie met de omgeving veehouderij bedrijven, verbeteren van vergunningverlening, terug naar community farming, gesloten kringlopen et cetera.

Het klinkt allemaal fantastisch en veelbelovend. Maar wat is dat eigenlijk, duurzame veehouderij? Door welke bril wordt hiernaar gekeken, welke krachten zijn het sterkst, waar ligt de nadruk op? Bij een beter verdienmodel wordt verwezen naar het verbond van Den Bosch van commissie Van Doorn. Als voorbeeld wordt de parmaham genoemd; een ‘braboham’ met een flinke marge zou moeten kunnen. Het zou mooi zijn als de varkenshouderij samen met zijn afnemers eerst de tijd krijgt om dit model vorm te geven en dan de hervormingen door te voeren. Maar dat zal de volgorde niet zijn. We krijgen sterke beperkingen op bedrijfsontwikkeling en zelfs de stilzitters (bedrijven die in orde zijn en de komende jaren zonder aanpassingen verder kunnen) worden in de transitie meegetrokken. Ik vertaal dat in: kosten maken.

Bedrijven krijgen te maken met de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij (BZV). Deze maatlat gaat de punten tellen die een onderneming moet halen. Alleen bovenwettelijke prestaties tellen en de afspraak wordt dat de provincie de spelregels steeds mag bijstellen. Een voorbeeld: een veehouder die een vergunning wenst moet dat eerst met zijn buren overleggen. Bouwblokken worden bevroren en zijn maximaal uit te breiden tot 1,5 hectare, handhaving wordt nog strenger, uitbreiding kan alleen bij salderen met sloop, er is een lobby vanuit Brabant om varkensrechten te behouden en meer.

Met grote snelheid zal de BZV ingevoerd worden middels een verordening. Als een varkenshouder bovenwettelijke zaken moet doorvoeren, leidt dat tot hogere investeringskosten per dierplaats. De exploitatie van varkensbedrijven is nu al moeilijk rond te rekenen en dan wordt het wel heel ingewikkeld. Het verhaal van ‘meer verdienen, want dat hoort bij een duurzame veehouderij en moet de marge verhogen’ mag morgen uitkomen; toch vrees ik dat we eerst te maken krijgen met nog complexere regelgeving, waarbij ontwikkeling vertraagt en saneren verder de toon zet.

De veehouderij is zeer belangrijk in economische zin. 60 procent van ons handelsoverschot is toe te rekenen aan de agrarische sector, 10 procent van ons bruto nationaal product. Je zou verwachten dat in deze tijden hier goed naar gekeken wordt. Dat wordt wel genoemd, maar beseft men wat de gevolgen zijn van deze acties? Is naar de financiële haalbaarheid gekeken voor individuele bedrijven? Of is het de bedoeling dat veel bedrijven afvallen? Braboham of de gladiolen?

Een overzicht van de prijzen voor vleesvarkens vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin