Foto: Lex Salverda PluimveeNieuws

Brabants pluimveebedrijf moet deels ontruimen na uitspraak RvS

Een pluimveebedrijf in het Brabantse Someren mag vanaf nu geen vleeskuikenouderdieren meer opfokken. Het bedrijf krijgt twee weken de tijd om de betreffende stallen te ontruimen en leeg te houden. Een dwangsom van €200.000 is opgelegd voor als de pluimveehouders zich niet aan het verbod houden.

Dat heeft de voorzieningenrechter van de Raad van State (RvS) deze week bepaald in een zaak die onder meer door Stichting Brabantse Milieufederatie en Mobilisation for the Environment (MOB) tegen de provincie Noord-Brabant was aangespannen.

In oktober 2022 kreeg het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant het verzoek van Stichting Brabantse Milieufederatie en MOB om handhavend op te treden tegen het pluimveebedrijf dat geen vereiste natuurvergunning had. Een verzoek hierom werd indertijd door het college afgewezen. Het bedrijf had een natuurvergunning nodig omdat sprake was van stikstofdepositie op verschillende nabijgelegen Natura 2000-gebieden.

Vergunningen vernietigd

Het Brabantse college verleende de eigenaren van het bedrijf tot drie keer toe een natuurvergunning, maar even zo vaak werd die vergunning vernietigd. De reden was dat het college niet goed kon motiveren waarom met extern salderen zo zeker was dat de natuurlijke kenmerken van de nabijgelegen Natura 2000-gebieden niet aangetast zouden worden.

Handhaven

Het Brabantse college stelde zich eerder op het standpunt dat handhaven niet evenredig is. Volgens het college komt het pluimveebedrijf alsnog in aanmerking voor een natuurvergunning en zou handhaving grote financiële gevolgen voor het bedrijf hebben. Daar ging de voorzieningenrechter van de Raad van State niet in mee. Volgens de rechter heeft het Brabantse college nog steeds niet goed kunnen motiveren dat er bijzondere omstandigheden zijn waardoor niet gehandhaafd hoeft te worden.