‘Aanpak methaan: pas op voor de adder onder het gras!’
Er is bij het bedrijfsleven een toenemende aandacht voor methaanreductie per liter melk. Methaanuitstoot verminderen is ook belangrijk, stellen de briefschrijvers, maar zij maken zich zorgen dat het de verkeerde kant op gaat. Een kant die boeren met onnodige investeringen opzadelt en juist de duurzame boer aan de kant schuift.
Methaan is zo’n 30 keer sterker broeikasgas dan koolstof (CO2), en dus is het terecht dat er steeds meer aandacht komt om dit methaan terug te dringen. Dat geldt voor de industrie, de energievoorziening en voor de landbouw.
Vooral koe produceert methaan
In de landbouw is het vooral de koe die methaan produceert. Een koe kan van gras melk en vlees maken. De pens, een extra maag, is daarbij heel belangrijk. In de pens komt methaan vrij. Zolang er grazers zijn op de wereld, is dit al zo en het was nog nooit een probleem. Zeker niet omdat methaan na twaalf jaar weer uiteenvalt in CO2. Het was een natuurlijk gesloten kringloop, zolang de veestapel in balans was met de omgeving.
De Big Food industrie (bijvoorbeeld Nestlé, Danone en in de VS ook General Mills) focust zich nu binnen de verduurzaming op het terugdringen van methaan uit de maag van de koe. Elke kilo methaan die ze terugdringen, scheelt gelijk 30 kilo CO2, en dat is belangrijk. We zitten immers in een klimaatcrisis. Gejuich alom, de grote voedselconcerns gaan de boeren helpen om duurzamer te werken. Het klinkt allemaal mooi en logisch, maar pas op het addertje onder het (raai)gras.
Makkelijk verteerbaar eiwit
Zo werkt het: geef de koe meer makkelijk te verteren eiwit, waarvoor de koe de pens niet nodig heeft en waardoor de koe dus meer melk maakt zonder meer methaan uit te stoten. Per liter melk kan de industrie een mooie lagere uitstoot van CO2-equivalenten laten zien. En die CO2-equivalent per kilo melk (waar methaan in wordt meegenomen) wordt steeds vaker gezien als een belangrijke methode om de duurzaamheid van de melkveehouderij in uit te drukken.
Maar… voor deze aanpak is jaarrond veel krachtvoer, soja en mais nodig. Dat voeren de meeste melkveehouders natuurlijk al lang, maar nu is dat opeens een voordeel vanwege het klimaat? Deze gewassen worden geteeld op landbouwgrond waar we ook gewassen voor mensen zouden kunnen telen. Er is veel kunstmest voor nodig, elke kilo kunstmest staat voor twee kilo CO2 en belast de bodemgezondheid. Bovendien geeft (te) veel eiwit in het menu van de koe, extra ammoniakemissie uit de mest.
Om het stikstofprobleem niet groter te maken heeft een boer dan stikstofkrakers nodig: emissiearme vloeren, luchtwassers, mestvergisters et cetera. Dat zijn allemaal input en installaties die extra CO2-uitstoot veroorzaken om ze te produceren en te laten draaien. En dat is geen natuurlijke kringloop zoals methaan die heeft, het is CO2 die jaarlijks structureel toegevoegd wordt aan de atmosfeer. Bovendien drijft het de boer op kosten.
Samenvattend
Dus samenvattend: om tijdelijk het methaan in de atmosfeer te verlagen, nemen we extra CO2-uitstoot op de koop toe en zien we af van de diensten die de koe levert. Dit klinkt als kortetermijndenken. En het getuigt al helemaal niet van integraal denken waarin natuur, bodemgezondheid, biodiversiteit, waterkwaliteit, voedselzekerheid en dierenwelzijn worden meegenomen.
Intussen is de industrie al volop begonnen met de boeren te ‘helpen’. Nestlé legt € 50 miljoen op tafel om samen met Vreugdenhil boeren te helpen de methaanemissie te verlagen. Lely ziet een duistere toekomst voor ons allemaal als de boeren hun stikstofkrakers niet aanschaffen. Danone ziet mogelijkheden om in de VS boeren met totaal 160.000 hectare te helpen methaan te verminderen.
Naast het bovenstaande heeft DSM een middel ontwikkeld dat ook 30% minder methaanemissie claimt te geven. We horen van boeren dat het middel gedoseerd moet worden gegeven, waardoor de koeien op stal moeten blijven. Het middel is nog niet getest op effecten op dierenwelzijn en dit woord komt ook niet voor op de flyer van DSM.
Focus gaat naar uitstoot methaan
Methaanuitstoot is inmiddels een belangrijk onderdeel van de KringloopWijzer van de zuivelindustrie en Wageningen Universiteit kijkt vol bewondering naar hoe Californië 25% methaanuitstoot wist te minderen met ander voer en voeradditieven. LNV dreigt de methaanuitstoot per kilo melk op te nemen in de KPI’s voor een duurzame veehouderij.
Als deze focus op methaanuitstoot doorzet, dan betekent dat steeds meer wordt ingezet op koeien die minder herkauwen. Vreemd, want herkauwen is natuurlijk gedrag en wilden we dat nou juist niet stimuleren met de Wet Dieren?
Het betekent ook dat een extensieve boer met een voorjaarskalvende veestapel op 100% grasgevoerd dieet op een divers mengsel van gras en kruiden en in de winter bij droogstand maaisel uit een natuurgebied eet, níet duurzaam kan zijn. Want deze koeien herkauwen te veel, en stoten per liter melk te veel methaan uit. Dat deze boerderijen per hectare minder CO2 uitstoten, hun bodem verbeteren, voedsel produceren op plaatsen waar we geen voedsel kunnen verbouwen, betere mest produceren voor de akkerbouw en bijdragen aan weidevogels en de biodiversiteit, doet er dan kennelijk niet meer toe.
Keuze voor fossiele koe
Op deze manier wordt de echte duurzaamheid van de melkveehouderij voor jaren op achterstand gezet. Met de methaanaanpak kiezen we in feite voor de fossiele koe, die zoals we inmiddels weten allerlei negatieve effecten veroorzaakt.
De methaanuitstoot verminderen: ja, dat is belangrijk voor alle sectoren. Ook voor de landbouw, want klimaatverandering bedreigt onze voedselvoorziening en volgende generaties. Maar de échte oplossing is een veestapel die in balans is met de omgeving. Een veestapel die niet afhankelijk is van kunstmest en mais en soja uit andere werelddelen. De échte oplossing is een weidekoe die voornamelijk gras eet en daarmee de bodem verbetert.
Auteurs: Johannes Bakker, CO2L Farming, John Arink, Raad van Advies Caring Farmers en melkveehouder, Annette Harberink, bestuur Caring Farmers, Ruud Hendriks, lector bodemgezondheid, Frens Schuring, CO2L Farming