40% Europese soja-import voldoet aan Fefac-richtlijnen

17 sojaschema’s en -programma’s voldoen aan de richtlijnen van de Fefac, maar slechts zeven schema- en programma-eigenaren waren bereid informatie over certificering te delen. Het kan daarom ook dat de werkelijke cijfers hoger liggen dan nu in de monitor gemeld. De Europese veevoerorganisatie Fefac schat in ieder geval dat bijna 94% van de soja-import in de EU afkomstig is uit regio’s waar weinig ontbossing plaatsvindt. Ook meldt de belangenorganisatie dat Fefac-leden in het gebruik van duurzame soja veel vooruitgang boeken. Vanaf 2018 gaat het om een stijging van 21%.

Conversie van natuur

Het rapport waarschuwt dat de conversie van natuur op sojaproducerende gronden, ondanks inspanningen met de certificering van duurzame soja, in een alarmerend tempo doorgaat. Ontbossing en landconversie is niet alleen een gevolg van sojateelt, maar ook van houtkap, mijnbouw en veeteelt. Daarom zijn volgens het rapport oplossingen nodig die met al deze factoren rekening houden.

De wereldwijde sojaproductie groeide in 2021 naar 388 miljoen ton. Brazilië, de grootste sojaproducent ter wereld, was goed voor een productie van 135 miljoen ton. De Verenigde Staten volgt met 121 miljoen ton en Argentinië met 46 miljoen ton. China produceert ook veel, maar de consumptie oversteeg de productie in hoge mate.

China was daarom ook veruit de grootste importeur met een import van meer dan 95 miljoen ton. Hoewel de Chinese vraag naar verwachting groot blijft, zoekt China wel naar alternatieven voor het gebruik van sojameel in diervoeders. Op het Europese continent waren Oekraïne en Rusland de belangrijkste producenten van soja. Landen in Europa speelden echter een bescheiden rol in de wereldproductie.

EU voldeed grotendeels aan Fefac-richtlijnen

In de EU voldeed in 2021 14,3 miljoen ton (2020: 15,4 miljoen ton) soja aan de Fefac-richtlijnen. Van dit volume werd 19% bij de import fysiek apart gehouden. Verder werd 43% verhandeld volgens het massabalansmodel. In het massabalansmodel mogen partijen soja met verschillende duurzaamheidskarakteristieken mengen, terwijl een systeem borgt dat ze administratief gescheiden blijven. De overige 38% ging ook volgens het massabalansmodel, maar werd daarbij gedekt door duurzaamheidskredieten ter ondersteuning van verantwoorde soja.

Zowel in Nederland, België als Noorwegen voldeed 100% van de sojaconsumptie aan de Fefac-richtlijnen. In Duitsland, Zweden en Denemarken ging het om meer dan 80% van de sojaconsumptie. In Frankrijk en Finland lag het percentage boven de 50%. In landen als Spanje, Portugal en Italië voldeed minder dan 30% aan de Fefac-richtlijnen. Het zou in het zuiden van Europa ontbreken aan vraag naar gecertificeerde soja.