1964: Ploegen met paardenpower
Een trekkerploeg kon zo’n zestig jaar geleden wel meer dan 100 euro kosten. Daarom bleef de paardenploeg nog lang in gebruik.
Deze foto is gemaakt in 1964. Het aantal werkpaarden wijst op kleigrond die zwaarder was om te bewerken dan zandgrond waarbij één paard volstond. Je zou denken dat in 1964 de paardenploeg overal wel aan de kant was gezet. Het aantal trekkers had het aantal werkpaarden al overstegen. Dat betekende echter niet dat de vierbenige arbeidskracht meteen verkocht werd.
Veel boeren hielden van het paardenwerk en bovenal was omschakelen niet goedkoop. De werktuigen die men al had voor de paarden, waren niet een op een achter de trekker te hangen. Dat betekende dat er nieuwe werktuigen aangeschaft dienden te worden en daar hing natuurlijk een prijskaartje aan: trekkerploegen konden wel meer dan 250 gulden kosten (ruim € 113).
Type paardenploeg
De ploeg op de foto is niet te zien, maar vermoedelijk betrof het een tweeschaar. Die werd voor klei tamelijk veel gebruikt, al waren er nog enorm veel andere soorten en maten. Een inventarisatie van Wageningen UR uit die tijd leert dat er maar liefst 500 verschillende merken en typen paardenploegen in omloop waren.
Welk type gebruikt werd, hing af van zaken als grondsoort, aard van de bewerking, werkbreedte, werkdiepte, vorm van de risters, aantal ploegscharen, meskouters of schijfkouters, wel of geen voorscharen, rondgaand of kerend en noem maar op. Daar kwam nog bij dat vrijwel niets standaard was. Elke dorpssmid gaf er zijn eigen draai aan, afhankelijk van zijn eigen vaardigheden, beschikbare materialen, budget van de klant en zo meer.
In de rubriek Zo ging het toen gaan we terug in de tijd. Boerderij bestaat al meer dan 100 jaar en aan de hand van foto's uit het archief kijken we naar de agrarische sector in de vorige eeuw. Benieuwd naar meer historie? Check het dossier Zo ging het toen.