Wiersma: mestaanpak verschilt per sector
Landbouwminister Femke Wiersma presenteert morgen haar aanpak van de mestcrisis. Haagse bronnen melden na berichtgeving in De Telegraaf dat alle sectoren te maken krijgen met krimp, al wordt de krimp niet in alle sectoren even groot. Het ministerie wil niet reageren op de geruchten.
Vorige week zei Wiersma tijdens een debat al dat haar mestaanpak elementen zal bevatten van het plan van haar voorganger Adema. Daarin zit onder andere een ruime breed toegankelijke beëindigingsregeling. Daarnaast een afroming bij de handel in (melkvee)fosfaatrechten en varkens- en pluimveerechten met 30%.
De Raad van State was kritisch over het voorstel. De benodigde reductie van de mestproductie zou hiermee niet gehaald worden. Ook vroeg de Raad van State zich af of het wel proportioneel is om voor alle sectoren het afromingspercentage naar 30% te verhogen. Dit gezien de verschillen in absolute omvang van de mestproductie tussen sectoren. Bovendien zit de mestproductie van de varkens- en pluimveesector onder de sectorale plafonds, terwijl de melkveehouderij daar ruim boven zit.
Schuiven met percentages en verdeling tussen sectoren
Haagse bronnen melden dat de minister hierop gaat schuiven in de percentages en de verdeling van de mestruimte tussen sectoren. De sectorale mestproductieplafonds voor de varkens- en pluimveesector zouden daarbij iets meer dan de in Brussel vastgelegde 10% korting in 2025 ten opzichte van 2020 krijgen. De melkveehouderij zou iets minder dan 10% worden gekort. Daar zou tegenover staan dat de afroming bij de handel in rechten bij varkens- en pluimveerechten omlaaggaat, terwijl deze bij melkveehouderij gelijk blijft aan de voorgestelde 30%.
Hoe de plannen worden, maakt Wiersma vrijdag bekend. Uit een belronde langs sectororganisaties blijkt dat zij niet zijn uitgenodigd door het ministerie om vandaag bijgepraat te worden, uitgezonderd de POV. Dit is in tegenspraak met wat De Telegraaf schrijft. Dit tot frustratie van de sectorpartijen. Zij hebben sinds april nauwelijks meer contact gehad met het ministerie over de uitwerking van de mestaanpak.
Vanwege de afbouw van de derogatie kampen met name voorheen grondgebonden melkveebedrijven met een mestoverschot op hun bedrijf. Dat komt omdat zij minder stikstof uit dierlijke mest per hectare mogen gebruiken dan voorheen. De mestafzetkosten zijn met prijzen rond de €32 per kuub rundveedrijfmest torenhoog.
BBB baalt dat plannen zijn uitgelekt
BBB baalt van de uitgelekte plannen dat er afroming komt bij de handel in dierrechten, zeker omdat de veestapel sinds 2016 al fors gekrompen is. De partij begrijpt echter ook dat de afroming een gedwongen krimp van de veestapel moet voorkomen. “Gedwongen krimp mag nooit gebeuren en dat hebben wij ook afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord”, zegt fractievoorzitter Caroline van der Plas.
De partij is wel blij dat er minder afroming komt dan in de plannen van voormalig landbouwminister Piet Adema. “Maar voor iedereen die hiermee te maken krijgt, is dat een schrale troost”, realiseert Van der Plas zich. “Maar laten we wel wezen: ministers uit vorige Kabinetten maakten in het verleden onhaalbare en onuitvoerbare afspraken met de Europese Commissie. Hierdoor moet Femke Wiersma als BBB-minister, nu zo goed en zo kwaad als het gaat, de scherven oppakken”, verdedigt de politica haar partijgenote.
Wiersma eruit, Berenpas erin !
Hohoho wacht eens even. Bij de koehandel over een nieuwe derogatie voor Nederland, ergens begin dit millennium, hebben de Nederlandse onderhandelaars de mestproductieplafonds op tafel gelegd. Zo van: Als wij deze plafonds invoeren, krijgen we dan derogatie? En zo geschiedde. Deze productieplafonds zijn vastgelegd in de derogatiebeschikkingen zoals verleend door de EC.
Nu is Nederland de derogatie kwijt omdat dit de Haagse politiek heel goed uitkwam. Door het harde onderhandelen van Adema hebben ze er nog een afbouw derogatie uit weten te slepen. Nederland heeft zelf voorgesteld om in 2025, het laatste jaar van de afbouw, het nationale mestproductieplafond te verlagen naar 440 miljoen kg stikstof en 135 miljoen kg fosfaat. In 2026, dus zonder derogatie, hebben de mestproductieplafonds geen enkele bestaansrecht, zo ze dat al hadden, meer want er zijn immers al dierrechten die de mestproductie beperken.
Waarom nu in het laatste jaar, 2025, zoveel problemen op de hals halen? Beter is het om per direct de derogatiebeschikking op te zeggen en vanaf nul en met goede argumenten (nitraatnorm onder grasland, drijfmest ipv kunstmest) over een nieuwe gewasderogatie onderhandelen.
Waardeloos voorstel gebaseerd op een juiste constatering.
Natuurlijk is het zo dat over 1 jaar er geen afspraken met Brussel zijn over de landelijke plafonds
In de meststoffenwet staan wel plafonds
Dat betekent dat Wiersma per direct Brussel kan laten weten dat we ons niet langer laten chanteren en de derogatie beëindigden. Laten we dat maar op 1-1-2025 meedelen aan Brussel.
De kans dat je daarna mag onderhandelen over een nieuwe derogatie lijkt me niet meer en niet minder dan 0%
Prima Ronald gaan we niet onderhandelen maar maken we onze eigen bemestingsregels die bij de specifieke Nederlandse gronden passen.
En Brussel? Zelf drink ik liever een glaasje uit een sloot verontreinigd met iets (teveel) fosfor en stikstof dan een glaasje water verontreinigd met vlamvertragers, heptachloor, kobalt, seleen, ammonium, arseen, PFOS of zink. Een beetje teveel fosfor en stikstof in het oppervlaktewater is op dit moment volgens mij wel het minste probleem voor Nederland om te voldoen aan de KaderRichtlijnWater.