‘We zijn niet weerloos tegen nieuwe ziektes’
Niet verrassend, en toch nieuwswaardig. Het eerste geval van blauwtong van dit jaar is vastgesteld bij een (ongevaccineerd) schaap. Het virus heeft op eigen kracht de winter overleefd en is klaar om de draad weer op te pakken. En met deze weersomstandigheden kon het best eens een ideale knuttenzomer worden.
Intussen wordt steeds meer bekend over hoe de ziekte zich verspreid heeft. Wat vooral opvalt, is de grote rol van koeien. Zij worden er minder erg ziek van dan schapen en daarom valt een besmetting minder op. Bij schapen is de sterfte zo hoog dat het virus in feite zijn eigen gastheer doodt, wat de verspreiding afremt. Er worden daardoor veel minder schapen met antistoffen gevonden dan koeien. Er lopen flink wat koeien rond die een besmetting hebben overleefd, terwijl de schapen die er nu zijn, niet met het virus in aanraking zijn gekomen.
Daarmee komen we op vaccinatie. Wat moet je als veehouder wel of niet doen? Ook al is schapenhouderij bepaald geen vetpot, voor schapenhouders is die keuze toch niet zo moeilijk: wel doen. Het risico van niet vaccineren is simpelweg te groot, het virus is te gevaarlijk. De kosten en moeite van vaccinatie wegen ruimschoots op tegen de risico’s. Geen wonder dat 90 tot 95% van de schapenhouders de spuit er in heeft laten zetten.
Collectief belang
Voor rundveehouders ligt dat toch wat minder zwart-wit. Ja, ook hier is blauwtong een niet te onderschatten bedreiging. Besmette dieren produceren een tijd lang beduidend minder melk. Onderzoek wijst uit dat een infectie op een gemiddeld bedrijf leidde tot 10.000 kilo daling in melkproductie. De koeien hebben daarnaast ook andere klachten. En er gaan zelfs dieren aan dood, maar die kans is veel kleiner dan bij schapen.
Daar komt bij dat dieren die een besmetting eenmaal door hebben gemaakt, levenslang beschermd zijn. Die hoef je dus in principe ook niet meer te vaccineren. En dan de kosten. Er zijn al kosten genoeg. ‘Kun je dan toch de gok wagen om niet te vaccineren?’, zullen vooral veehouders in gebieden met weinig blauwtong zich afvragen.
Uit veterinaire hoek klinkt een duidelijke oproep om wél te gaan vaccineren. Er is namelijk ook een collectief belang. Hoe groter het percentage gevaccineerde dieren, hoe groter de kans dat we weer van het virus afkomen. Zo wordt enten ook een beetje een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar het blijft een keuze. Van een plicht is geen sprake. Dat is maar beter ook: laat ondernemers zelf de afweging maar maken van diergezondheid, dierwelzijn, kosten, risico’s en verantwoordelijkheid.
Melding maken
Wat iedereen zonder meer wel zou moeten doen is melding maken van de ziekte als die zich voordoet. Inzicht in de verspreiding is nu eenmaal cruciaal bij de aanpak van overdraagbare dierziektes. Niet alleen voor blauwtong, ook voor al die andere ziekmakers die op de loer liggen. Denk aan de Afrikaanse varkenspest die recent toch weer in Duitsland opdook, aan de nieuwe ziekte EHD die oprukt in Frankrijk en ja, inderdaad ook aan de vogelgriep die bepaald geen leuke ontwikkeling laat zien.
Het blauwtongvirus is nu wakker uit de winterslaap, maar Nederland is intussen veranderd. Vooral dankzij het vaccin. We zijn niet weerloos tegen (nieuwe) dierziektes.