Foto: Jan Willem Schouten AlgemeenNieuws

Veluwse 250-meterzone ook landelijk optie in stikstofpakket

De Tweede Kamer debatteert donderdag 22 mei over stikstof en de openbaar gemaakte documenten van de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel.

De 65% emissiereductie in 250-meterzones rond de Veluwe en de Peel kan ook landelijk gaan gelden rond kwetsbare natuur. Op 14 april, kort voor het uitbrengen van het stikstofstartpakket om Nederland van het slot te halen, lag die optie nog op tafel. De kosten worden tot 2035 op maximaal €7,1 miljard geschat en daar zou jaarlijks tot €331 miljoen bijkomen. Dat scenario is tijdens Prinsjesdag niet uit te sluiten.

De Tweede Kamer gaat donderdag in debat met landbouwminister Femke Wiersma en premier Dick Schoof over stikstof en de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel. Recent werden van die commissie documenten openbaar gemaakt. Op 14 april, net voor de voorjaarsnota, lag er tot 2035 een pakket van maximaal €17,3 miljard op tafel. Daarvan is pas €2,2 miljard gebruikt voor het stikstofstartpakket.

Naast de maximaal €7,1 miljard voor 250-meterzones was ook geld gereserveerd voor een vrijwillige stoppersregeling veehouderijlocaties (maximaal €6 miljard), stalaanpassingen voor emissiedoelsturing (tot €2,6 miljard), managementmaatregelen voor doelsturing (€1,04 miljard) en een extensiveringsregeling voor de melkveehouderij (€0,6 miljard). Alleen die laatste regeling haalde uiteindelijk het startpakket. Voor de 250-meterzones is alleen voor de Veluwe en de Peel €600 miljoen gereserveerd. Het is straks de vraag in hoeverre dit pakket van nog ruim €15 miljard financieel vertaald wordt tijdens Prinsjesdag.

Geen taboes, later wel

Voor de stikstofcommissie zijn er er in het begin geen taboes. Alle opties liggen open, ook onconventionele oplossingen. Op 11 maart liggen vooral generieke maatregelen op tafel. Een aantal daarvan, bijvoorbeeld emissiedoelen, is bekend, maar de commissie denkt ook na over ingrijpende maatregelen. Zoals het sturen op de vleeskalverhouderij via het invoeren van dierrechten. Ook worden opties verkend rond een GVE-norm voor de melkveehouderij (maximaal aantal dieren per hectare) en een graslandnorm melkvee die gericht is op waterkwaliteit.

De ministers in de commissie bespreken daarnaast strengere stalnormen met wettelijke emissiegrenswaarden en een aanscherping van voorschriften voor het emissiearm uitrijden van dierlijke mest. Voor een gebiedsgerichte aanpak springt vooral de optie van het met dwang intrekken van natuurvergunningen eruit. Evenals een gebiedsspecifieke GVE- of graslandnorm. Meerdere van deze maatregelen stuiten minister Wiersma tegen de borst en halen het startpakket uiteindelijk niet.

Juridische focus

In de stukken valt een sterke focus op het juridische traject op. Dat varieert van het schrappen van de kritische depositiewaarde (kdw) tot een hogere stikstofondergrens van 1 mol per hectare per jaar. Het schrappen van de kdw is echter onzeker en de 1 molgrens ligt ter advies voor bij Raad van State. Gezien de juridische focus is het opmerkelijk dat de stikstofcommissie niet met Mobilisation for the Environment, Greenpeace en Stichting Stikstofclaim gesproken heeft, zo blijkt uit de stukken. De reden is dat deze organisaties gerechtelijke stappen tegen de staat voeren.

In het juridische traject heeft het Interprovinciaal Overleg (IPO) de commissie ook gewaarschuwd voor de risico’s van een hogere stikstofondergrens van 1 mol. Het risico van een gedwongen sluiting van willekeurige bedrijven boven die grens wordt groter als het bevoegd gezag geen ander bronmaatregelen (gericht op vermindering stikstofneerslag op gevoelige natuur) neemt. Intrekkingsverzoeken zijn dan volgens het IPO niet of nauwelijks af te wijzen. Ook zijn bronmaatregelen nodig voor nieuwe activiteiten met depositie boven de 1 molgrens. In Europa klinkt eenzelfde geluid. Nederland moet eerst stappen zetten met een geborgde emissiedaling. Pas dan wil Europa meepraten over een stikstofoplossing.  

50% stikstofreductie in 2030 geen optie

Als het stikstofstartpakket er bijna is, ligt de vraag voor of de commissie het risico accepteert dat gepaard gaat met de vastgelegde 42 tot 46% stikstofreductie in 2035. Uit een ambtelijke inschatting blijkt echter dat 50% stikstofreductie in 2030 tot ‘onuitvoerbaarheid, verzet en stagnatie’ zou leiden. Het gevolg is dan een generieke krimp van 30% van de veestapel. Ook zou 60% van de blijvers verbeterde staltechnieken moeten toepassen. De term ‘vrijwillig’ geldt dan zeker niet meer.

Reacties

Je moet een account hebben om te reageren

Voordelen van een account:

Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.

Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.