‘Tijd dringt in waterkwaliteit’
De signalen zijn er al een tijdje. De waterkwaliteit in Nederland is op veel plaatsen niet goed. Het grond- en oppervlaktewater bevat te veel meststoffen, bestrijdingsmiddelen, PFAS, medicijnresten, microplastics en andere schadelijke stoffen. Reden voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in juni te pleiten voor een betere vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Nederland kreeg ook al waarschuwingen. Van de Ecologische Autoriteit, van de Europese Commissie. Nederland voldoet niet aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), en gaat de normen voor schoner en gezonder water ook in 2027 niet halen, klinkt het. Volgens Joris Baecke, bij LTO Nederland belast met de waterportefeuille, valt het allemaal wel mee. Hij pleitte begin juli in een deskundigenbijeenkomst in de Eerste Kamer ervoor de doelen te herzien. 75% van Nederland voldoet volgens hem aan de normen. Het probleem zit soms in een enkele parameter, en dan krijgt een sloot meteen een negatieve classificatie. LTO staat in deze gedachtegang overigens niet alleen. Ook Duitsland, Denemarken en Oostenrijk delen deze opvatting.
De vraag is hoe de nieuwe Europese Commissie – deze treedt dit najaar aan – zich straks opstelt. En ook hoe hard het kabinet-Schoof aan de Brusselse poorten wil rammelen. Ergens in het hoofdlijnenakkoord staat dat Nederland zich aan de afspraken houdt. En de afspraken zijn al in het jaar 2000 gemaakt!
Geen gunstige signalen
De signalen zijn op voorhand niet gunstig. Brussel heeft het een beetje gehad met Nederland. In de Nitraatrichtlijn, die weliswaar ook over waterkwaliteit gaat maar juridisch losstaat van de Kaderrichtlijn Water, trok de Europese Commissie de derogatie in. Brussel heeft geen vertrouwen in de mestplannen. Zij zouden ontoereikend zijn om de doelen te halen. De Commissie kreeg vorige week gelijk van de Raad van State. Dit adviescollege stelt dat het wetsvoorstel (nog van de vorige minister Piet Adema) bij lange na niet genoeg is om de uitstoot van stikstof en fosfaat terug te dringen. Huidig minister Femke Wiersma werkt aan een nieuw plan, maar na consultatie in Brussel weet zij ook dat er niet veel ruimte is.
Aanscherpingen en teeltvoorschriften liggen op loer
Rampscenario
Een dergelijk rampscenario hangt nu boven de akkerbouw, maar dan met de Kaderrichtlijn Water. Er dreigen allerlei aanscherpingen en teeltvoorschriften. ‘Waterkwaliteit is ons stikstofdossier-in-wording’, waarschuwt Arwin Bos, voorzitter van bietencoöperatie Cosun in deze editie van Boerderij. Kun je straks nog overal aardappelen telen?, vraagt hij zich hardop af. Je moet niet aan dergelijke scenario’s denken.
De akkerbouw heeft nog tot 2027 de tijd. Er gebeurt al veel, maar het is (nog) niet genoeg. Bos pleit voor gerichte sturing op bedrijfsniveau. Generiek beleid werkt in zijn optiek niet. Het is niet motiverend, en straft de verkeerde. En ook hier valt de term doelsturing. Met Wiersma heeft hij hierin een partner in Den Haag. Over haar schouders kijkt Brussel wel mee. De sector moet leveren. In die lijn ligt ook Bos’ advies: ‘Je krijgt maar één keer de kans. Ga hier serieus mee aan de slag.’
Ofwel, een gewaarschuwd man telt voor twee. Iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan, moet zich er maar op voorbereiden.