Ruilhandel
Het klinkt misschien ouderwets en niet meer van deze tijd. Toch pasten we een paar weken geleden ruilhandel toe.
Ik wil niet dag in, dag uit alleen maar bezig zijn op ons eigen bedrijf. Daarom informeerde ik halverwege augustus of ik als bedrijfsverzorger kon gaan werken. Niet fulltime, maar op oproepbasis. Na een kort gesprekje en het e-mailen van mijn cv was alles rond. Een paar dagen later werd ik al gebeld. Of ik tien dagen kon werken. Dat heb ik gedaan. Ik kwam met verbrede kennis en een koe rijker weer in onze eigen stal.
Een koe erbij
Nu zult u zich wel afvragen: hoe kan dat nou, een koe rijker? Nou, dat zit zo. Morlik (zo heet deze koe) had zich drie maanden voor de afkalfdatum al drooggezet. Tijdens de vorige lactatie had ze melkziekte en nu begon ze alweer aardig dik te worden, beter gezegd: te vervetten. Daardoor loopt ze een sterk vergrote kans op melkziekte. Dat risico wilde deze boer niet lopen. Hij besloot haar te verkopen aan de slager. Toen ik dat hoorde, dacht ik dat er toch een manier moest zijn om dit ongeboren kalfje te kunnen redden van een vroegtijdige dood, en daarmee ook haar moeder.
Bij thuiskomst belde ik meteen Lill, de eigenaresse van de boerderij, en legde haar de situatie voor. Wij zitten aardig op één lijn en ze zei: ‘Vraag hem maar of hij het dier aan ons wil verkopen’. De boer wilde er eerst even over nadenken en wees me nogmaals op het risico van opnieuw optredende melkziekte. Dat kon mij er niet van weerhouden verder te onderhandelen. De volgende dag hoorde ik van hem dat we de koe voor 10.000 kronen (€1.225) konden ophalen. Zo gezegd, zo gedaan. Morlik staat nu bij ons in de stal en hoe het verder met haar gaat is tegen de tijd van afkalven wel te lezen in een van de volgende blogs.
Stieren ruilen voor kalveren
Een kleine maand later werd ik gebeld of ik nogmaals bij deze boer wilde werken. Dat heb ik gedaan. Ik ben niet zo’n enorme prater, maar als het over koeien gaat, raak ik niet uitgepraat. Zo ook deze keer. Op ons eigen bedrijf hadden we zes stieren die we niet wilden aanhouden. Als we ze echter zouden verkopen aan de slager, zouden ze nauwelijks wat opbrengen. Vandaar dat ik de boer vroeg hoe het in z’n werk gaat als je stieren voor het leven wilt verkopen en niet voor de slacht. Hij vroeg om hoeveel stieren het ging. Hij mest er namelijk zelf wat af en was wel geïnteresseerd in een paar extra stieren. Ze moesten wel hoornloos zijn, dus bleven er vier over. Of wij dan interesse hadden in drie of vier vaarskalveren van hem? Nou, daar had ik wel oren naar! Uiteindelijk resulteerde het erin dat hij de week erop naar ons zou komen met vier vaarskalveren. Hij zou dan kijken hoeveel stieren hij van ons wilde. Die zouden we dan ruilen met de vaarskalveren. Hij nam Boris, LA, Vancouver en kleine øistein met zich mee. Uiteindelijk bleven de vaarskalveren inderdaad op ons bedrijf.
We hebben de dieren andere namen gegeven. Jumper springt graag over hekken bij andere kalveren in het hok of loopt zo ineens over de voergang. Spookje kreeg haar naam omdat Dennis haar er een beetje vindt uitzien als een spookje. De derde heet nu Runaway omdat ze als ze de kans krijgt bij het schoonmaken van de hokken, niet op de voergang blijft maar met een rotvaart naar buiten rent, tot aan het pomphuisje. En omdat we hopen dat het mooie, goede melkkoeien worden, hebben we de laatste Hope genoemd.
Foto: Annechien van Essen
Reacties
Je moet een account hebben om te reageren
Voordelen van een account:
Krijg toegang tot de beste en meest actuele artikelen.
Discussier mee met collega’s, experts en specialisten.