Mestafzet is hét onderwerp waar (melk)veehouders wakker van zullen liggen de komende tijd. - Foto: Mark Pasveer AlgemeenCommentaar

‘Recept voor buikpijn’

Het is een bar slecht jaar voor tarwetelers, vooral in het westen en zuiden van het land. Opbrengsten van gemiddeld 7 ton per hectare zijn dramatisch en de prijs is ook nog eens slecht. “Hopelijk krijgen we nooit meer zo’n jaar”, verzucht adjunct-directeur Ko Francke van CZAV in dit nummer van Boerderij.

In Frankrijk, waar telers voor hun inkomen veel meer afhankelijk zijn van tarwe dan in Nederland, gaat de overheid al bijspringen.

Prijzen aan terugtocht bezig

Het tekent de stemming in de akkerbouw. Afgelopen jaren waren door de bank genomen goed, maar dit jaar is het handenwringen. Dat komt niet alleen door het slechte weer en het vele water die de teelt hier en daar tot een loterij maken. Ook de markten werken helaas niet mee. Prijzen zijn aan een terugtocht bezig. Tegenover slechte oogsten staan goede opbrengsten elders, zoals in de VS, waar telers bovendien lang hun oogst van vorig jaar nog vast hebben gehouden in de hoop op betere prijzen. Ook de suikerprijs is al sterk gedaald, wat zijn schaduw vooruitwerpt op de bietenprijs.

Mooi voor veehouders, die lage grondstofprijzen. Vooral intensieve veehouders zitten momenteel in de goede hoek, de markt is hen gunstig gezind. Ook zijn er gelukkig goede ontwikkelingen op het gebied van de melkprijs. Helaas hebben melkveehouders ook hun problemen met de natte zomer, en bovendien verdampt die winst door de enorme stijging van de mestafzetkosten.

Mestafzet

Mestafzet is hét onderwerp waar (melk)veehouders wakker van zullen liggen de komende tijd. Alleen al daarom zou het goed uitkomen als het gevraagde uitstel van de uiterste datum voor mestuitrijden er komt. We weten dat er elk jaar wel een reden is om dat uitstel aan te vragen. Maar de bijzondere omstandigheden van dit jaar zijn wel echt een goede reden voor uitstel. En met het oog op de afzet- en opslagproblemen is het zaak dat elke ton drijfmest waar ruimte voor is ook daadwerkelijk op het land komt.

Een deel van de extra mestafzetkosten die veehouders moeten maken gaat naar akkerbouwers. Die hebben op korte termijn een financieel voordeel van de krapte op de mestafzetmarkt. Een meevallertje tegenover die andere minpunten. Maar per saldo schieten ze er niet veel mee op. In de eerste plaats moet het ook maar net passen qua planning, bodemgesteldheid en weer om mest te ontvangen. Belangrijker is dit: de akkerbouw heeft baat bij een financieel gezonde veehouderij. Akkerbouwers en veehouders werken op allerlei manieren samen en komen elkaar tegen. Maar het belangrijkst is dit: de krappe bemestingsnormen en een mogelijk nog aangescherpt mestbeleid in de toekomst raken de akkerbouw net zo hard. Denk aan beperkingen in gewasrotatie, extensivering van teelten en lagere bemestingsnormen.

Lage prijzen, slechte oogst, dure mest

Spijkers met koppen slaan

Er zijn dus vele redenen om dit najaar spijkers met koppen te slaan op het gebied van mest. Op een manier die milieu en economie recht doen. Is daar een landbouwakkoord voor nodig, zoals Rabo-topman Stefaan Decraene (opnieuw) bepleit? Nee. Het is beter om geen energie te verspillen aan zo’n inmiddels met politiek prestige beladen onderwerp. Maar er moeten wel breed gedragen afspraken komen van boerenorganisaties, agribusiness en nieuw kabinet, om te voorkomen dat de wal het mestschip keert.

Beheer
WP Admin