Prijzen vlees lopen minder snel op

Parijs – De productie van vlees stijgt tot 2023 met gemiddeld 1,6 procent per jaar, tegen een gemiddelde van 2,3 procent in de laatste 10 jaar. Bijna de helft van de toenemende productie komt op het conto van pluimveevlees, dat varkensvlees in 2020 verdringt als grootste vleescategorie. Dat schrijven Wereldvoedselorganisatie FAO en Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

In totaal zal 57,7 miljoen ton meer vlees worden geproduceerd in 2023. Daarvan zal volgens OESO en FAO 28,3 miljoen ton pluimveevlees zijn, 16,7 miljoen ton varkensvlees, 9 miljoen ton rundvlees en 3,8 miljoen ton schapenvlees. Productie van pluimveevlees groeit het sterkst, omdat voor de pluimveehouderij minder land noodzakelijk is en dichter bij grote stedelijke centra ligt waar economische groei plaatsvindt. Kortere productiecycli maken dat boeren hun winstgevendheid makkelijker kunnen beïnvloeden.

Nominale vleesprijzen blijven volgens FAO en OESO relatief hoog, mede omdat voerprijzen en kosten als energie, water, grond en arbeid boven hun historische norm blijven. De handel in vlees zal afnemen, denken de rapporteurs. In 2023 zal nog maar 10,6 procent van het vlees wereldwijd worden verhandeld. In sommige landen zal binnenlandse productie de import doen afnemen, maar tegelijk stijgt de import in Azië.

De gemiddelde vleesconsumptie komt volgens de rapporteurs in 2023 uit op circa 36,3 kilo per jaar, een groei van 2,23 kilo ten opzichte van de voorgaande periode. De consumptie van vlees zal het meest toenemen in opkomende economieën als India, China en Vietnam. Desondanks zal in 2023 de consumptie in rijke landen met 69 kilo per persoon nog meer dan twee keer zo hoog liggen dan in opkomende economieën.

China zal de meeste extra productie van vlees voor haar rekening nemen, gevolgd door de VS, Brazilië en de EU.