AlgemeenNieuws

Pachters teleurgesteld over evaluatie

De Krim – De Bond van Landpachters (BLHB) is niet blij met de pachtevaluatie die vorige maand naar de Tweede Kamer is gestuurd.

“Wij zijn echt teleurgesteld”, reageert Piet van der Eijk, voorzitter van de pachtersvereniging. De BLHB wordt naar eigen zeggen dagelijks gebeld door verontruste leden die hun bedrijf al generaties runnen en vrezen dat dat op termijn een eind aan komt, mocht de evaluatie, die is opgesteld door prof. mr. Willem Bruil van het Instituut voor Agrarisch Recht, worden ondersteund door de politiek. Van der Eijk: “Samen met de beoogde vrije pachtprijsvorming stevenen we af op een terugkeer van de dertiger jaren van de vorige eeuw met inschrijvingen voor pachtgrond en bedrijfsbeëindigingen.”

De evaluatie lijkt geschreven te zijn vanuit de liberaliseringsgedachte die zo kenmerkend was voor het begin van deze eeuw is het eerste kritiekpunt van de BLHB. Bruil stelt een regeling voor waarin pachters en verpachters zo veel mogelijk ruimte krijgen om hun zaken onderling te regelen, met waar nodig bescherming voor de pachter. In een modern pachtstelsel is er geen ruimte voor reguliere pacht, oordeelt Bruil. Hier is de BLHB het volstrekt niet mee eens. ‘De markt behoeft regulering en moet niet aan zichzelf worden overgelaten’, is de kritiek van de bond.

De BLHB is ook niet te spreken over Bruils verklaring voor het krimpend pachtareaal die zou worden veroorzaakt door een laag direct rendement voor de verpachter. Het indirecte rendement in de vorm van waardestijging van de grond blijft buiten beschouwing, zegt de BLHB. Van der Eijk: “De conclusie die hij vervolgens trekt –  de verpachter krijgt te weinig en wil daarom niet verpachten – is slechts gedeeltelijk juist.” Volgens de pachtersbond worden particuliere verpachters vooral achtergesteld ten opzichte van institutionele beleggers, omdat een groot deel van de pachtopbrengst naar de Staat gaat via de vermogensrendementsheffing.  Oplossing voor dit probleem is niet het liberaliseren en verhogen van de pachtprijs maar het fiscaal gelijkstellen van alle verpachters, aldus de BLHB.

Om duurzaam gebruik van grond te stimuleren pleit Bruil voor een minimale pachtduur van zes jaar. De pachtersbond vindt die periode te kort en vindt twaalf jaar wel het minimum, zodat pachter aangemoedigd wordt om investeringen in kwaliteit van grond te doen en deze rendabel te maken.

Ook Bruils voorstel voor vaststelling pachtprijs valt niet in goede aarde bij de pachtersbond. BLHB: ‘De evaluator kiest voor nieuwe overeenkomsten voor vrij overeen te komen prijzen en beveelt, enigszins gemakkelijk, de rechter of arbitrage aan bij geschillen in plaats van geschillen door adequate regelgeving te voorkomen.’

De bond is het ook niet eens met de overgangstermijn. Wat moet er met de huidige twee pachtvormen gebeuren als de nieuwe pachtregelgeving een feit is? Voor geliberaliseerde pacht is dat eenvoudig. Die houdt op als de looptijd verstrijkt. Voor bestaande reguliere pachtovereenkomsten ligt dat anders. Bruil kiest voor een overgangstermijn van 25 jaar. Uit oogpunt van rechtszekerheid moeten bestaande (reguliere) pachtovereenkomsten volgens de huidige regeling onbeperkt blijven bestaan vindt de BLBH.

Mocht het niet komen tot een grote herziening van het huidige pachtstelsel, dan pleit de BLHB voor om in ieder geval het voorkeursrecht en totstandkoming van de pachtprijzen aan te passen.

Beheer
WP Admin