RundveeAchtergrond

Opnieuw beweiden vraagt creatief denken

Na jaren van opstallen deed Kees van Wijk zijn koeien vorig jaar weer naar buiten. Dat werd geen succes. Hij heeft wel ideeën hoe het beter kan.

Het is begin september en op veel melkveebedrijven lopen de koeien overdag nog buiten. Op het bedrijf van Kees van Wijk zijn de dieren niet buiten te vinden; de melkkoeien en het jongvee staan op stal. Van Wijk heeft jarenlang zijn koeien beweid, maar besloot vijf jaar geleden ze voortaan binnen te houden. De argumenten van toen zijn bekend. “Opstallen geeft een constanter rantsoen, is daardoor beter voor de mineralenefficiëntie en het kost ook minder werk.”

Zware klei

Op de achtergrond speelt mee dat het bedrijf in een gebied met zeer zware klei van zo’n 85 procent afslibbaar ligt. Dat wordt duidelijk als met een palenboor een gat in de grond wordt gemaakt: de klei is stug, schijnt blauw door en is met grote moeite uit de boor te drukken. “Als de grond iets te nat is en weer opdroogt is er schade door de druk van de poten. De grond wordt zo hard als beton.”

Toch beweiden

De discussie rondom beweiding van de afgelopen jaren zette de ondernemer aan het denken. “De maatschappelijke weerstand tegen opstallen wordt sterker. Daarom wil ik kijken wat mogelijk is.” Ook wil Van Wijk flexibiliteit behouden bij de afzet. “Zonder weidegang ben ik bij een andere melkafnemer niet welkom.”

Van Wijk besloot vorig jaar de koeien eens naar buiten te doen. Van de huiskavel heeft hij 13 hectare verdeeld in percelen. De flexibele afscheiding tussen percelen maakte hij in het hart van de greppels die de lange percelen doorsnijden.

Beweeg over het rode icoon voor meer informatie.


Onrust bij de koeien

Vanwege de voorraad voer gingen de koeien pas begin september de wei in. Toen het eind oktober nat werd, gingen ze weer op stal. De krap twee maanden beweiden waren geen succes. Dat is ook de reden dat de koeien dit seizoen weer op stal bleven. “Het grootste probleem was de onrust bij de koeien. De meeste koeien kenden geen beweiding meer. Ik had wel met een lichte productiedaling rekening gehouden, maar deze was veel groter dan verwacht.” Daar komt bij dat het qua arbeid behoorlijk tegenviel. Niet alleen kost het afrasteren werk, ook moest Van Wijk vanwege de perceelsvorm vaak de weidepompen verzetten.

Eerst pinken naar buiten

Ondanks de minder goede ervaring van vorig jaar gelooft Van Wijk nog steeds in beweiden; hij wil het volgend jaar opnieuw doen. Dan wel beter voorbereid en met een uitgedacht plan. Het probleem van de onwennigheid van de koeien wil hij oplossen door de eerste jaren alleen de pinken naar buiten te laten. Hij denkt aan de categorie tussen acht en veertien maanden leeftijd en de drachtige vaarzen. “Die kunnen dan wennen. Na twee jaar is al een deel van de melkkoeien buiten geweest.” Hij wil het vee pas na de tweede snede naar buiten laten en ze gaan dan ook bijtijds weer naar binnen.

De kleigrond is 85 procent afslibbaar. Dat is een extra handicap bij beweiding, zeker als de grond nat is

Siëstabeweiding

Zodra de koeien naar buiten kunnen, wil Van Wijk gaan werken met een goed doordacht beweidingsysteem dat de nadelen van beweiden rondom voeropname beperkt. In beeld is siëstabeweiding. Bij dat systeem gaan de koeien twee keer per dag een korte periode naar buiten. Dat geeft als voordeel dat het bijvoeren van snijmais over de dag is verdeeld, zodat de opname geleidelijker is en de koeien de voedingsstoffen uit gras en mais beter benutten. Bovendien kunnen ze deels binnen drinken en is de kans op hittestress en uierproblemen kleiner.

‘S nachts in de wei

Een alternatief is de koeien ’s nachts in de wei te laten. Ze hebben dan geen last van hitte of regen buiten en de koeien zijn overdag binnen, wat gemakkelijk is voor de dierenarts en ki. Een andere mogelijkheid is een koppel koeien overdag en een koppel ’s nachts naar buiten doen. Dat geeft een lagere belasting voor de grond en biedt mogelijk extra voordelen als de ondernemer over enkele jaren de stallen gaat renoveren. “We denken na over deels nieuwbouw. Het is dan makkelijk als de helft van de koeien binnen is.”

Volgend jaar begint Kees van Wijk met het weiden van het oudere jongvee. De dieren mogen een paar maanden naar buiten. Pas daarna volgen de koeien..

Slechtere efficiëntie

Hoe de beweiding straks daadwerkelijk ingevuld wordt, zal nog wat creatief denkwerk vragen. Daar komt bij dat de nieuwe regels rondom grondgebondenheid en fosfaat ook op dit bedrijf nog een plek moeten krijgen. Wat dat laatste betreft, weet hij als actief deelnemer aan Koeien & Kansen dat beweiding ten koste gaat van de mineralenefficiëntie. “Met ­siëstabeweiding verwacht ik door tweemaal daags mais aan te bieden de impact daarvan te verkleinen, maar je blijft afhankelijk van de omstandigheden buiten.”

Van Wijk schat dat de mineralen­efficiëntie, zoals die wordt berekend via BEX en de Kringloopwijzer, 0 tot 5 procent verslechtert. “Het is ingewikkeld, zeker als ik naar de mogelijkheden van de grond kijk. En het gaat meer werk kosten. Maar ik zie het als een uitdaging.”

Beheer
WP Admin