“We hebben boeren juist nodig om de problemen van de toekomst aan te pakken", zegt Cees Veerman. - Foto: Roel Dijkstra AlgemeenAchtergrond

Onrust over langetermijnplannen landbouw en stikstof

Verschillende plannen over de toekomst van de landbouw zorgen voor onrust. Bekende experts op het gebied van stikstof en landbouw schrijven adviezen en rapporten waarmee een perspectief voor de sector moet komen.

Plannen voor een brede aanpak van stikstof en andere milieuproblematieken worden niet goed ontvangen door boeren, mede doordat delen van plannen rondgaan onder boeren, nog voordat het bewuste rapport is gepubliceerd. Ingrijpende leuzen als ‘Mes in de veestapel’ en ‘Einde aan de landbouw in het Groene Hart’ werken als een rode lap op een stier onder actieminnende boeren. Dus is het volgende week weer zo ver: actiegroepen draaien de trekkers warm voor de zoveelste landelijke actiedag. Trekkers worden verwacht in Den Haag en op andere plekken in het land.

Uitgelekte stukken

De aanleiding voor de jongste actieplannen is het uitlekken van een notitie waar verschillende namen mee in verband werden gebracht: stikstofdeskundige Jan Willem Erisman, landschapsarchitect Berno Strootman, oud-landbouwminister Cees Veerman en een groep van oudgedienden in de landbouw die eerder een visie schreven op de toekomst van de landbouw. Die visie dient als inspiratiedocument voor de komende formatie.

De uitgelekte stukken spraken van het ‘opofferen’ van de regio’s het Groene Hart en de Gelderse Vallei. In hun reactie had Agractie het over een grote Vinex-wijk met een enkele ultra-extensieve bomenknuffelboer. FDF noemt de opstellers van het advies ‘bemoeials’, en voorziet dat ze ‘de landbouwsector in grote delen van Nederland laten verdwijnen’.

Stikstofwet

Die ‘bemoeials’ zeggen juist perspectief te willen bieden aan ondernemers in de agrarische sector, voor pak ’m beet het jaar 2040. De stikstofdiscussie duurt nu al ruim twee jaar. De stikstofwet is ingegaan per 1 juli, maar een paar weken geleden liet de Raad van State al weten dat de plannen voor het jaar 2035 niet duidelijk genoeg zijn. In de stikstofwet is vastgelegd dat in dat jaar 74% van het areaal stikstofgevoelige natuur minder stikstofbelasting mag hebben dan de grens voor wat die natuur nog aankan. In 2025 moet de stikstofneerslag in 40% van de kwetsbare stikstofgevoelige gebieden onder de KDW zijn, in 2030 in 50% van de gebieden. De Raad van State constateert dat de overheid wel duidelijk maakt welke maatregelen nodig zijn om de norm voor 2030 te behalen, maar niet welke nodig zijn voor die van 2035.

Langetermijnplannen

Om daar verandering in te brengen, zijn nu plannen gemaakt. Als eerste is donderdag een rapport van Erisman en Strootman gepubliceerd. De beide onderzoekers hebben alle landelijke richtlijnen, wetten en doelen op het gebied van milieu, klimaat, water en biodiversiteit naast elkaar gelegd. Daar komt onder andere uit voort dat op de korte termijn ingrijpen nodig is in het Groene Hart, de Gelderse Vallei en bij piekbelasters op de zandgronden. Met maatregelen als opkoop van veehouderijen en terugdringen van ammoniakuitstoot in die regio’s en het extensiveren van de bedrijven, zodat de stikstofdruk minder wordt.

In andere regio’s moet ook, maar minder urgent, worden nagedacht over de indeling van het landschap. Dit zijn de Weerribben & De Wieden en omgeving, het hart van Noord-Nederland, Midden-Overijssel, De Peel en omgeving. Het zijn regio’s waar behalve stikstof nóg meer landelijke problemen op de loer liggen. Issues als bodemdaling, verdroging en verstedelijking, waar volgens de onderzoekers nú over nagedacht moet worden, zodat iedereen weet waar hij over een jaar of tien aan toe is. ‘Naar een ontspannen Nederland’ is de veelbelovende titel van het rapport.

Ingrijpende maatregelen

Wie denkt dat het daarmee over is voor de landbouw, moet nog even verder lezen. Na het uiteenzetten van de regio’s waar de landbouw ingrijpende maatregelen kan verwachten, betogen de onderzoekers dat vruchtbare grond juist voor de landbouw beschikbaar moet blijven. Zo staat te lezen: ‘De gronden in Nederland die bij uitstek geschikt zijn voor het produceren van menselijk voedsel zijn onze zeeklei- en rivierkleigronden, löss en de essen, kampen en andere oude akkers op de zandgronden. Op deze gronden kan met relatief lage input en lage verliezen een hoge productie worden gehaald. Deze gronden zijn van nationaal belang en verdienen dan ook bescherming op nationaal niveau.’

Uitwerking Regie op Ruimte

Een andere naam onder de gelekte stukken was die van oud-landbouwminister Cees Veerman. Onder zijn leiding verscheen afgelopen maart het rapport Regie op Ruimte. Daar wordt nu verder over nagedacht. Veerman benadrukt dat die notities niet verbonden zijn aan het rapport voor een Ontspannen Nederland.

De notitie van de hand van Cees Veerman heeft niet als de bedoeling om boeren weg te jagen of uit te kopen, maar juist om perspectief te bieden, licht hij desgevraagd toe. Fragmenten van overdenkingen van een aantal bekende namen uit de landbouw doen de afgelopen dagen de rondte in boerenkring. Een samenvatting van twee A4tjes met concrete stikstofmaatregelen en een wat langere notitie over verhandelbare stikstof- of ammoniakrechten. Maatregelen die in potentie grote invloed hebben op de boerenbedrijven zoals we ze nu kennen.

Cees Veerman is oud-landbouwminister en econoom. Hij vindt dat de staat een visie moet hebben over de toekomst van de landbouwsector. - Foto: Roel Dijkstra
Cees Veerman is oud-landbouwminister en econoom. Hij vindt dat de staat een visie moet hebben over de toekomst van de landbouwsector. – Foto: Roel Dijkstra

‘Boeren nodig om problemen van toekomst aan te pakken’

Veerman verbaast zich over de interpretatie van de stukken waar zijn naam in genoemd staat. “Het is niet zo dat ik nu vind dat in bepaalde regio’s geen plek meer is voor landbouw. Daar is geen sprake van”, spreekt hij de grieven van boeren tegen. “We hebben boeren juist nodig om de problemen van de toekomst aan te pakken. Daar horen keuzes bij, dat pakt natuurlijk verschillend uit per bedrijf. Als iemand naast een natuurgebied zit, maar wel intensief wil boeren, is het wellicht nodig om na te denken over verplaatsen. Of om juist meer extensief te gaan boeren. Die keus moeten ondernemers krijgen. Maar het rijk moet de regie nemen. Want, zoals Remkes ook al zei: niet alles kan overal. De staat moet een visie hebben over de invulling van de ruimte.”

Blik moet breder

Een paar maanden geleden publiceerde de oud-landbouwminister de visie ‘Regie op Ruimte’, een plan met een lange termijn beeld voor de landbouw. De initiatiefnemers zijn Cees Veerman, Frans Keurentjes, Dirk de Lugt, Louise Vet, Hans Huijbers, Alex Datema, Krijn Poppe, Jan Willem Erisman, Gerben Jan Gerbrandy en Willem Lageweg, allen op persoonlijke titel en op vrijwillige basis. Stikstof maakt deel uit van die visie, maar wat de schrijvers betreft moet de blik breder. “De afgelopen jaren was het beleid gericht op kortetermijnproblemen, kwam de overheid steeds met deeloplossingen”, licht Alex Datema, bekend als voorzitter van Boerennatuur, toe, “terwijl een integrale oplossing nodig is.”

Datema kreeg afgelopen weekend al een stel boze boeren met trekkers op zijn erf, omdat zijn naam ook wordt verbonden aan de plannen die rondgaan. “We hebben een goed gesprek gehad, want uiteindelijk zitten we met dezelfde zorgen. We weten niet wat er in de toekomst van ons bedrijf wordt verwacht. We verschillen wel van mening over hoe de problemen van deze tijd opgelost moet worden.”

Tien punten voor perspectief

Ter verduidelijking van wat de schrijvers van Regie op Ruimte wel willen, hebben ze nu tien punten gepresenteerd die boeren steun en perspectief moeten bieden; concrete actiepunten voor een volgend kabinet om mee aan de slag te gaan. “Als je gaat dromen over hoe de landbouw er in pakweg 2040 uit gaat zien, moeten daar dingen voor gebeuren”, legt oud-minister Veerman uit. “Dus van daaruit ga je terug redeneren wat er in de tussentijd moet gebeuren: op bedrijven, maar ook bij de indeling van het land.” Zo pleiten ze voor het aanstellen van een Landschapscommissaris, zoals de Deltacommissaris verantwoordelijk is voor de uitvoering van de waterplannen, maar dan voor de plannen in de ruimte. Daar hoort ook een sterke uitvoeringsorganisatie bij, om de transitie professioneel en langdurig te begeleiden. Het budget: € 1,5 tot € 2 miljard per jaar. Verder: heldere doelen, minder regels, gebiedsgerichte aanpak, vergoeding voor ecodiensten, een grondbank voor verplaatsers en financiële ruimte voor investeringen.

Veerman benadrukt dat hun notitie los staat van het adviesrapport van Erisman en Strootman. “Dat is een zelfstandig traject”, legt Veerman uit. “Zowel Erisman als Berno Strootman maakten ook deel uit van de schrijvers van Regie op de Ruimte, maar hun rapport het is er niet aan verbonden.”

Overeenkomsten

Toch zijn er best wat overeenkomsten tussen beide stukken. Great minds think alike. Zo hebben beide een zelfde budget voor de overheid in gedachte, zo’n € 2 miljard per jaar voor een periode van tien à vijftien jaar. Beide pleiten voor gebiedsgerichte aanpak en het aanstellen van een uitvoeringsorganisatie die los staat van de politiek. Ook een grondbank en een stikstoffonds voor degenen die moeten verplaatsen, extensiveren of innoveren, is in beide pleidooien te vinden. Als laatste willen beide liever doelvoorschriften, in plaats van middelvoorschriften, zodat bedrijven zelf invulling kunnen geven aan het halen van de verschillende normen. En beide verhalen zijn gericht aan de formatietafel, met de oproep om nú te beginnen.

Lees meer over het stikstofbeleid

Reacties

  1. Als er straks alleen nog maar boeren zijn van 100 koeien of minder en daarvoor worden ze gecompenseerd door hypotheken deels af te betalen.( van boeren die meer dan 100 koeien hebben, dus na ratio) En daar is een goede boterham mee te verdienen, en je hebt weer plezier in je werk én alle boeren kunnen blijven boeren. Dat zou toch super zijn. Veestapel wel gekrompen, maar niet afgeschaft. Stikstofprobleem opgelost en geen ( in de burger ogen) mega bedrijven meer.

    Pluimvee en varkens, precies zo. Een max aan bedrijfsgrootte.

    Dat is zomaar niet te realiseren, maar dan kan elke boer wel boer blijven en onder minder druk plezierig werken ook met bv weidevogel beheer e.d. beetje terug naar de jaren ’80. Ik weet nog dat mijn vader ontzettend veel plezier in zijn werk had en dat dat plezier er nu helemaal af is. Leven onder het ‘juk’. Nee, neem het heft weer zelf in handen en dwing op die manier ook een goede prijs af en voor elke extra investering van hogerhand,weer een plus op de prijs. Dit ook benoemen in contracten.
    Bv €0,35 per litermelk, met €0,5 voor planet proof en € 0,2 voor de verplichte koemonitor enz…..of bij € 0,08 per ei, € 0,05 voor zweeds vangen, € 0,05 voor beterleven keurmerk oid alle extra kosten boven op de product prijs zetten en zo ook opgeteld in het contract. Los benoemen. Dat is Transparantie. Duidelijkheid naar iedereen. Kan men er later ook niet weer onderuit.

Beheer
WP Admin