NMV: overheid moet weidende veebedrijven tegemoet komen

Ingen – De overheid moet grondgebonden en weidende veebedrijven tegemoet komen met wetgeving die deze bedrijven beloont voor maatschappelijk gewenste bedrijfsvoering en de milieuwinst. Het voordeel moet een plaats krijgen in de generieke maatregelen. Dat vindt de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV).

Deze NMV-boodschap is een reactie op de column van Frits van der Schans waarin hij pleit voor het bij voorbaat verantwoordelijk stellen van weidegangsceptici voor de imagoschade die de melkveehouderij oploopt door het teruglopende aantal koeien in de wei. Deze groep veehouders speelt volgens de CLM-adviseur met vuur. NMV-vicevoorzitter Dirk-Jan Schoonman vindt dat melkveehouders zelf moeten beslissen op ze hun koeien beweiden, maar de overheid zou weidegang meer kunnen stimuleren door voordeel in de generieke maatregelen. Met het convenant weidegang, dat demissionair staatssecretaris Bleker ook heeft ondertekend, neemt de overheid die verantwoordelijkheid volgens de NMV op zich.

Van der Schans meent dat weidende koeien de basis vormen voor een relatief soepel mest-, ammoniak-, geur- en ruimtelijk ordeningsbeleid voor melkveehouders. Grote bedrijven als Philips en Zwitserleven spenderen volgens Van der Schans vele miljoenen om een positief imago op te bouw wat de melkveesector relatief goedkoop in de schoot krijgt geworpen.

De NMV is echter van mening dat de financiële voordelen van weidegang niet terug zijn te vinden in de mest-, ammoniak- en ruimtelijk ordeningbeleid. “Er is weliswaar derogatie, maar als het aan het ministerie ligt krijgen melkveehouders met de generieke maatregelen wel degelijk te maken met emissiearme stallen, verscherpte aanwendingsmaatregelen en voer- en managementmaatregelen.”