Mest laden bij de mestput. De mestproblematiek in Nederland is allesbehalve opgelost. Als er geen maatregelen volgen, lopen mestopslagen tegen het einde van het jaar vol. Foto: Michel Velderman AlgemeenOpinie

‘Hoogste tijd om over schaduw heen te springen om mestprobleem aan te pakken’

Het voorjaar bracht even verlichting, maar de mestproblematiek in Nederland is allesbehalve opgelost. De sector staat voor harde keuzes wat betreft mest én stikstof. Verder uitstel maakt de gevolgen alleen maar groter.

Afgelopen jaar voelden veel veehouders de pijn van torenhoge mestafzetkosten. Dankzij gunstige opbrengstprijzen voor melk, vlees en eieren bleven de meeste bedrijven financieel overeind, maar de zorgen bleven. Dit voorjaar bood onverwacht lucht: dankzij gunstig weer konden akkerbouwers hun volledige mestplaatsingsruimte benutten. Dat zorgde kortstondig voor verminderde druk op de mestmarkt en wat lagere afzetprijzen.

Maar dit tijdelijke voordeel vertroebelt het zicht op de structurele problemen. Want de ruimte die nu is benut, is later dit jaar simpelweg niet meer beschikbaar. Als er geen maatregelen volgen, lopen de mestopslagen tegen het einde van het jaar alsnog over.

Te stroperige aanpak

De druk op de mestmarkt wordt versterkt door de met de derogatie afgesproken verlaging van de mestplafonds. De fosfaatproductie moet dit jaar nog bijna 10% verminderen. Daarom wordt in Den Haag en binnen de sector al maanden gesproken over een vrijwillige, tijdelijke korting op fosfaatrechten. Maar niemand wil als eerste over de brug komen. Die impasse is funest, want vrijwillige opkoopregelingen leveren onvoldoende reductie op, terwijl de klok doortikt.

Was er begin dit jaar daadkracht getoond, dan had – aanvullend op de opkoopregelingen – een krimp van de melkveestapel met circa 5% volstaan. Die krimp had, met de afvoer van het ondereind van de veestapel, een relatief pijnloze ingreep kunnen zijn. Maar inmiddels zijn we halverwege het jaar en is voor hetzelfde effect al 10% krimp nodig. En als we nog langer wachten, kan zelfs 20% nodig worden. Die scenario’s hebben wél grote gevolgen. Dan moeten ook gezonde, goed producerende koeien worden geslacht. En een abrupte krimp in de laatste maanden van dit jaar geeft een grote nasleep in 2026.

Ook stikstof vraagt om actie

Intussen vraagt ook een ander probleem – stikstof – om actie. Het land zit al jaren op slot en nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden is een sterke vermindering van de emissie van ammoniak c.q. stikstof van de landbouw nodig. Technische en management-maatregelen kunnen die stikstofemissie op korte termijn sterk verminderen. Maar dat lost de overschrijding van het fosfaatplafond niet op. Daardoor zit de politiek klem: stikstofmaatregelen zijn niet effectief voor fosfaat, vrijwillige krimp gaat te langzaam en dwang stuit op veel weerstand – zeker bij regeringspartij BBB. Die weerstand is begrijpelijk, maar niet langer verantwoord.

Daarom is het tijd voor een frisse blik om zowel de stikstofemissie als de fosfaatproductie te verminderen. Stel dat we juist wél kiezen voor gerichte, verplichte krimp in de randzones van Natura 2000-gebieden. Zo’n gedwongen opkoop biedt mogelijkheden voor hogere vergoedingen en bedrijfsverplaatsingen. En dat kan zonder beroepsverboden! Dit zou voor heel wat veehouders zelfs aantrekkelijker kunnen zijn dan de huidige opkoopregelingen.

Over schaduw springen

Met een effectieve aanpak van stikstofemissie in de randzones kan de noodzakelijke krimp van de Nederlandse mestproductie vrijwel worden gerealiseerd. Zonder die krimp gaan de mestafzetkosten de pan uitrijzen en dat dwingt veel veehouders om hun mestproductie te verminderen. Hierdoor zal de veestapel linksom of rechtsom krimpen. Een gerichte, verplichte krimp op korte termijn voorkomt straks veel meer pijn voor alle veehouders. En het voorkomt te hoge fraudedruk, met alle risico’s van dien.

Kortom, de uitdagingen zijn groot en elke dag uitstel maakt ze nog groter. Het vraagt lef van politici én sectorvertegenwoordigers om nu over hun eigen schaduw heen te springen. Zonder dat lef volgt er een ongekende crisis, niet alleen voor de veehouderij maar ook voor de hele samenleving.