AlgemeenOpinie

Minimale grondbewerking loont

Gangbare graanteelt of no till met tramlijnen.

Bij aankomst in Australië tien jaar geleden viel het me op dat sommige boeren erg onzorgvuldig teelden. Om kosten te besparen, dacht ik. Echter, ik heb mijn eerste indruk flink moeten herzien. Nu weet ik uit ervaring dat no till (telen zonder grondbewerking) behalve goedkoper, ook een betere opbrengst geeft. Buitenlandse bezoekers zijn altijd verbaasd dat ze geen enkele ploegcultivator of schijveneg op de boerderij zien.

Onaangetaste bodem

Het grote voordeel van no till is dat de akkerbouwer de bodem niet beschadigd door grondbewerking. Bovendien blijft het residu van de plant bovenop de grond liggen. Voor het oog van de conventionele graanteler blijft het een onverzorgd perceel grond. Vergeleken met een mooi geploegd of anders bewerkt perceel lijkt het maar een rommeltje. Maar die onverzorgde indruk weegt niet op tegen de vele voordelen van no till.
Een vereiste is dat de grond niet wordt bereden, behalve op de vaste rijsporen die op een meervoud van 12 meter liggen. Iedereen weet dat onbereden grond meer vocht kan opnemen, dat het beter doordringbaar is voor kiemplanten en wortels. Zodoende geeft grond waarop al enkel jaren niet gereden is, makkelijk een meeropbrengst van 10 tot 50 procent. Trek daarvan de verloren oppervlakte van de vaste sporen af, dan blijft er netto een mooi extraatje over.

Lage verdamping

In drogere gebieden zoals hier zijn de stoppels en residuen van vorige gewassen een extra voordeel, omdat de verdamping heel laag is. Enkele jaren geleden brandde het perceel van mijn buurman af. Dit liep wat uit de hand, zodat de helft van mijn perceel ook in vlammen opging. Twee jaar daarna was nog precies zien welk gedeelte was afgebrand, doordat het nieuwe gewas er minder goed groeide.

No till kent ook nadelen

Zoals iedere nieuwe methode heeft no till ook nadelen. Een nadeel is dat alle machines op hetzelfde spoor moeten lopen, met gps-besturing. Doordat maaidorsers niet smaller kunnen dan 3 meter spoorbreedte, (circa 3,90 meter buitenkant wielen) moeten trekkers, spuiten en graanwagens verbreed worden naar dezelfde 3 meter spoorbreedte. De maximum werkbreedte van maaiborden was enkele jaren geleden 12 meter. Tegenwoordig kennen we ook werkbreedtes van 15 meter. Doordat de onkruidbestrijding hoofdzakelijk door spuiten wordt uitgevoerd, loont het vrij snel om een ‘weedseeker’ (spuitmachine die alleen op plaatsen spuit waar een groen plantje is) te gebruiken.
Een ander nadeel is dat de rijsporen na enkele jaren vrij ongelijk worden. In droge periodes barst de grond open en bij regen spoelt deze dicht, met als gevolg een verlaging. Daarom moet de akkerbouwer de rijsporen om de paar jaar vlak maken. Daarvoor worden nu speciale werktuigen ontwikkeld.

Voordelen no till groter dan nadelen

Ondanks de genoemde nadelen heeft no till de productie flink verbeterd en dat tegen geringe kosten. Een voordeel is dat de machines bij nat weer in de vaste sporen blijven lopen, zodat verzakken minder voorkomt. Wat dit opbrengt is moeilijk te berekenen. Ik ben nu echter graan aan het afleveren dat voor de regenperiode in de silo kwam. Dit brengt me €70 tot €90 per ton meer op dan de tarwe die na de regen geoogst is en die ik moet verkopen als voertarwe.

Beheer
WP Admin