‘Melkveehouders moeten reageren op marktsignalen’

Als melkveehouders de signalen uit de markt sneller doorkrijgen en daarop hun productie aanpassen, kunnen ze een beter inkomen verdienen. Dat stelde zuivelanalist Mark Voorbergen tijdens de Wereldzuiveltop in Rotterdam.

Deze bewering gaat zeker op in een opgaande markt. Kijk maar wat er gebeurde nadat FrieslandCampina-topman Cees ’t Hart in augustus 2013 aangaf dat de melkprijs nog wel een tijdje ‘stabiel op ongeveer dezelfde prijs blijft’, oftewel het eerste halfjaar rond de 40 cent zou blijven. De remmen gingen toen bij veel veehouders los, ver voor de afschaffing van de melkquotering.

Straffeloos melken

Iedereen voelde wel aan zijn water dat na het quotumeinde het aanbod van melk zou exploderen. Meer aanbod, zelfde of minder vraag (Rusland zat immers dicht), de marktsignalen waren nou niet bepaald groen gekleurd. Toch werd er een kleine 10% meer geproduceerd. Niet vanwege de marktsituatie of marktsignalen, maar omdat de veehouders eindelijk straffeloos konden doen waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden: melken.

Duidelijke marktsignalen

De melkprijs daalde in na de quotering van 37 cent richting een kwartje per liter. Hoe duidelijk wil je de marktsignalen hebben? Maar minderen? Nee, want de laatste – extra – liters brengen veelal meer op dan de variabele kosten.

De Nederlandse melkveehouder heeft voldoende marktinformatie en daarnaast is er ook nog volop gezond boerenverstand. Door de hoge vaste kosten is de speelruimte om wat met die marktinformatie te kunnen doen echter zeer beperkt. Eigenlijk afwezig zelfs.