Specifieke bacteriën halen stikstof uit de lucht en geven het in de plant af. BlueN wordt om die reden op beperkte schaal in mais gebruikt. - Foto: Ronald Hissink RundveeAchtergrond

Mais krijgt extra stikstof van bacteriën

Specifieke bacteriën halen stikstof uit de lucht en geven het in de plant af. BlueN wordt om die reden op beperkte schaal in mais gebruikt.

Sinds enkele jaren zijn er producten op de markt die met bacteriën stikstof uit de lucht halen waar planten direct van profiteren. Een bekende is BlueN van producent Corteva. Het product bevat de bacterie Methylobacterium Symbioticum. Deze kan stikstof uit de lucht binden. Dat is hetzelfde proces waarmee vlinderbloemigen, zoals klaver of erwten, een samenspel hebben met een bacteriesoort om stikstof uit de lucht via de wortels te benutten.

Meeste ervaring BlueN bij akkerbouw

BlueN wordt vloeibaar over het gewas gespoten, waarna de huidmondjes van de bladeren het opnemen. Vervolgens gaan de bacteriën het bovengrondse gedeelte van de plant ‘koloniseren’. Het duurt dan nog een week voordat de eerste stikstof aan de plant wordt afgegeven.

De meeste ervaring met BlueN is er in de akkerbouw, met name in de teelt van granen en aardappelen. Voor de veehouderij is het product enkele jaren kleinschalig in gras en snijmais ingezet. Volgens Allard Jukema, marketingmanager van producent Corteva, is het afgelopen jaar voor circa 2.000 hectare snijmais aan BlueN verkocht. Dat is wat minder dan vorig jaar. “Toen was de kunstmest duur en was er ook nog eens een droog seizoen. Dan is het voordeel groter.”

30 kilo stikstof

Uit eigen onderzoek van Corteva blijkt dat gemiddeld ongeveer 30 kilo stikstof per hectare wordt gebonden. Per week komt voor de planten 2 tot 3 kilo per hectare aan stikstof beschikbaar. Een optimale toepassing van het product komt wel secuur. Zo moeten de huidmondjes goed openstaan tijdens het spuiten, wat eisen stelt aan het moment van spuiten. De beste resultaten worden geboekt met mais tussen het 4- en 6-bladig stadium, blijkt uit de eigen onderzoeken.

Volgens Jukema is de meeropbrengst in de praktijk niet altijd even goed te zien. “Het zijn geen wondermiddelen. Verschillen van minder dan 10% zijn voor een veehouder niet met het blote oog zichtbaar. Wil je het zeker weten, dan moet je proeven doen.” Jukema hanteert een gemiddeld voordeel van 5% in opbrengst in 80% van de gevallen. Hij rekent uit dat 400 kilo extra droge stof aan korrelmais zo’n € 100 per hectare oplevert.

Kosten product

Het product kost circa € 35 per hectare, waar nog wel loonwerkkosten bovenop komen. Bij € 35 tot € 40 per hectare resteert dus een paar tientjes voordeel per hectare. “Maar hoe groter het gebrek aan stikstof via traditionele bemesting, hoe groter het voordeel van dit soort middelen.” Dat is volgens hem ook de reden dat het middel relatief veel op biologische bedrijven wordt ingezet.

Jukema ziet BlueN, maar ook biostimulanten in het algemeen, als het begin van een nieuwe ontwikkeling. “Door afbouw van de derogatie wordt de stikstofruimte voor de veehouders de komende jaren krapper. Het extraatje dat BlueN kan brengen, wordt daarom steeds interessanter. Stikstof uit de lucht wordt direct in de plant omgezet, zonder dat het in de bodem komt en kan uitspoelen. Dat wordt steeds belangrijker.”

Meer ervaring in Vlaanderen

In Vlaanderen is er wat langer en meer ervaring met BlueN, ook in teelt van snijmais. Dat komt omdat een deel van de zandgronden als gevolg van aangescherpte mestwetgeving minder stikstof mogen krijgen. “In sommige gebieden is het niet meer mogelijk om de mais optimaal te bemesten”, schetst Gert van de Ven, onderzoeker op het proefbedrijf Hooibeekhoeve in Geel. “Sinds 2021 leggen we daarom proefvelden die met verschillende microgranulaten worden bemest zoals met humuszuren, vloeibare meststoffen en stikstofbinders als BlueN.”

Elk product heeft voor- en nadelen. Specifiek voor een stikstofbindend product noemt hij een bijkomend voordeel dat het niet in de bodem belandt. De stikstof wordt immers rechtstreeks in de plant vastgelegd. Dat is gunstig, omdat in Vlaanderen in het najaar met nitraatresiduemetingen de daadwerkelijke hoeveelheid nitraat in de bodem bepaald.

‘Doet wat het belooft’

Van de Ven geeft aan dat met BlueN zeker wel effecten in snijmais worden gezien en de productie ermee bij lagere bemestingsniveaus op peil kan blijven. “In algemene zin doet het product wat het belooft en zien we goede opbrengsten.” Wel zijn de verschillen in 2021 groter dan dit jaar, mogelijk als gevolg van de droogte.

Verder zet hij een kanttekening. “Wij passen het op proefniveau toe en spuiten het middel altijd op het meest ideale moment van de dag. In de praktijk zal dat niet altijd mogelijk zijn.” Verder noemt hij als beperking dat een product als BlueN een extra werkgang vraagt. “Microgranulaten zijn op dat gebied wel gemakkelijker in te zetten, omdat ze bij de zaai worden toegediend.”

Van de Ven verwacht in de toekomst zeker een plaats voor dergelijke producten als aanvulling op de steeds kleinere gift aan drijfmest.