Als de maisplanten hoog staan, vormen ze een dichte groene muur. Wie dat niet kent, vindt het vaak maar niks. Anderen vinden die groene schutting juist prachtig. - Foto: Hans Prinsen BoerenlevenOpinie

‘Mais is óók een sociaal gewas’

Mais kende ooit een moeilijke start in Nederland, maar is nu niet meer weg te denken. Het is belangrijk als voedergewas, maar ook als gespreksonderwerp en nog veel meer.

Als ik naar de Boerderij-redactie rijd, passeer ik onderweg veel percelen mais. De planten staan er mooi bij, helemaal na de buien laatst. Die waren nodig want het frisgroene blad begon wat te trekken. ‘De mais wordt sprieterig’, zei een veehouder. Mais is hier een gespreksonderwerp. ‘Heb je de mais er al in?’ ‘Hoe gaat het met de mais?’ ‘Hoe staat de mais erbij?’

Veel mais op zandgronden

Op de zandgronden wordt veel mais geteeld. Bijna schreef ik ‘van oudsher’ maar dat is natuurlijk niet waar. Mais is relatief nieuw. Het Centraal Instituut voor Landbouwkundig Onderzoek in Wageningen had er vroeger een aparte afdeling voor: de afdeeling nieuwe gewassen. Die stuurde teeltproeven aan met rassen als Pfarrkirchner, Chiemgauer en Vroege Roode Paardetand. Welk ras paste het beste, hoeveel mest was nodig, wat was het beste zaaitijdstip, de ideale zaaiafstand en wanneer kon je het beste oogsten en vooral ook: hoe? Hakselaars waren er immers nog niet, men oogstte de kolven die ook weer een vraagstuk opwierpen, want hoe bewaar je die zonder dat ze gaan schimmelen? Veel onderzoeken eindigden met de conclusie dat er meer onderzoek nodig was.

De grote depressie van de jaren dertig

Dat men zich zo vastbeet in mais, was terug te voeren op de grote depressie in de jaren dertig. Opbrengstprijzen waren gekelderd, mais was mogelijk het gouden gewas dat hen er weer bovenop kon helpen. Maar zo makkelijk ging het niet. De tropische plant verpieterde in het kille Nederlandse klimaat.

Zo makkelijk ging het niet. De tropische maisplant verpieterde in het kille Nederlandse klimaat.

En toch … Men zag er wat in, in die grote groene grasplant met die veelbelovende dikke kolven. Interessant vind ik het doorzettingsvermogen van boeren in dezen. Ze gaven niet op. Sommigen sneden met de hand de stengels af, anderen probeerden het met de maaibalk. De kolven ontdoen van de korrels was een heel gepruts. Er waren speciale machientjes voor die de korrels van de spil konden raspen. Voor de liefhebber zijn ze nog steeds verkrijgbaar, alleen zit er nu een elektromotortje op.

Geschiktere maisrassen na Tweede Wereldoorlog

Het sukkelde jarenlang door met de mais, een grote doorbraak bleef uit. Tot er na de Tweede Wereldoorlog geschiktere rassen beschikbaar kwamen. Er kwam een Stichting ter Bevordering van de Maisteelt om de technische kant te bevorderen. De teelt kwam in een stroomversnelling en racete af op de status van belangrijkste voedergewas na gras. Anno nu wordt jaarlijks ruim 200.000 hectare ingezaaid.

Als de maisplanten groot zijn en groene muren vormen

Wie niet uit een maisgebied komt, vindt het maar niks. Zeker niet als de planten groot zijn en dichte groene muren vormen die het uitzicht wegnemen. Sommige boeren vinden dat juist wel lekker. ‘We zitten er mooi achter’, zeggen ze dan. ‘Mooi uit het zicht.’

Mais is een gewas met vele functies: voedergewas, gespreksonderwerp en schutting ineen. Wie had dat ooit kunnen denken.

Wie niet uit een maisgebied komt, vindt het maar niks. Zeker niet als de planten groot zijn en dichte groene muren vormen die het uitzicht wegnemen.

Beheer
WP Admin