Premium
Strokenperceel in Lelystad vanuit de lucht. Volgend jaar verhuist het naar de andere kant van de Edelhertweg. - Foto: Mark Pasveer AkkerbouwFoto

Lessen uit strokenteelt op Boerderij van de Toekomst

Onder de tarwe is in april bij de laatste keer onkruideggen een grasklavermengsel ingezaaid. Het idee is dat na de oogst de grond zo snel mogelijk weer groen is. Behalve dat de groenbemester nog vrije stikstof vastlegt, bindt de klaver stikstof uit de lucht, = wat helpt voor de vertering van gewasresten. De tarwe is gezaaid tegelijk met spitten in november. Het spitzaaien was nodig na forse regen afgelopen najaar. Niet-kerende grondbewerking (nkg) heeft hier de voorkeur. Er staan wat meldes en grassen in de tarwe. “We hadden voor de klaver nog willen spuiten tegen onkruid", vertelt Koen Klompe. “Is niet gelukt. Nu kan het niet meer, doordat de klaver sneller kiemde dan we hadden verwacht. De tarwestroken zijn 3 à 4 keer geëgd, vanaf de winter zodra de grond begaanbaar was. Met eggen haal je niet alle onkruid weg. Net gekiemde zaden gaat goed, zolang ze niet geworteld zijn. We hadden wel graag gespoten als maatregel om het perceel op de langere termijn schoon te houden. - Foto's: Mark Pasveer

In uien is de onkruidbestrijding een probleem. De combinatie chemisch-mechanisch is lastig. In die zin dat op de Boerderij van de Toekomst de keuze is gemaakt géén middelen te gebruiken die dreigen te verdwijnen (die staan op de Brusselse List of candidates for substution). “Die gebruiken we niet”, zegt Klompe. “Wel AZ500 bodemherbicide vlak na zaai. Maar bodemherbicide past sowieso niet goed bij eggen. Dit is overigens geen strokeneffect, maar een gevolg van een milieukeuze die we hebben gemaakt.” De uien staan mooi. Wat onkruid, niet veel: melde, varkensgras, distel, opslag van gerst. “Nu is het een kwestie van met de hand en met een bodemherbicide het gewas onderhouden. Voor 2022 hebben we in de uien spotspraying gepland. Ui heeft wel last waar hij ook geraakt wordt. We zijn bezig met de ontwikkeling van met name de onkruidherkenning. Met spotspraying en variabel doseren kun je ook groter onkruid aanpakken. Met spotspraying kun je met veel minder middel toe. Hoe zeker het is, hangt af van de ontwikkeling van onkruidherkenning. De strook is 250 meter.”

De wintergerst staat er mooi op. Gespitzaaid vanwege nat najaar. De voorkeur was niet-kerende grondbewerking (nkg). Op 10 juni is sprake van korrelvulling, het gaat richting afrijpen. De gerst staat redelijk hoog. Klompe: “Ik heb zelf weinig ervaring met gerst. Daardoor verraste het me dat door het weer tijdens de strekkingfase er wel eens veel strekking zou kunnen komen. Sowieso schijnt het bij gerst wat lastiger te zijn om een goede werking van groeiregulatoren te hebben. Dit ras, Zebra, is wel een stevig, robuust ras.”

In maart gezaaid, veldbonenras LG Catouche is vanwege tannines iets minder geschikt voor directe humane consumptie, maar de opbrengst is beter. “Qua gehaltes moet de verwerker er iets meer aan doen.” Opvallend in de veldboonstrook is dat die enigszins bol staat. De planten in het midden zijn hoger dan die aan de kant. Klompe veronderstelt dat het een strokeneffect is. Verdichting vanuit de rijsporen naast de buitenste rijen planten. “Op het 22-meterperceel is het veel minder. Een andere reden zou kunnen zijn dat ze aan de zijkant meer licht hebben en daardoor minder hoeven te strekken. Plan is om te kijken of er opbrengstverschil tussen de randrijen en middelste rijen van een strook. Het perceel is drie keer geëgd en één keer gewoon geschoffeld en één keer met een nieuwe camera-gestuurde schoffelmachine van Steketee. Qua aantasting: wat chocoladevlekkenziekte, af en toe schimmelziekte. Zat in 10% van de planten. Wekelijks tellen; het normale advies van Delphy is spuiten bij de eerste aantasting. Luis valt erg mee, maar er zijn ook veel lieveheersbeestjes. Waarschijnlijk komen die uit de tarwe en gerst."

Blad met chocoladevlekken en hapjes uit het blad door toedoen van de bladrandkever. De vraat is niet erg. Het risico van kever zijn de larven die aan de stikstyofbolletjes knabbelen. “Risico van N-tekort", zegt Klompe, “maar de aantasting lijkt nog mee te vallen. Het is een afweging van of op het moment tegen de kever spuiten of later wat extra stikstof geven. Spuiten doen we liever niet. Vorig jaar hebben we dat wel gedaan in de 3-meterstroken, toen tegen de zwarte bonenluis.”

In de stroken worden het late aardappelras Cammeo en de middenvroege Twister geteeld. In de ene was grasklaver de voorvrucht, in de andere een groenbemester. Grasklaver is vroeg dit voorjaar ingewerkt. Hier en daar een graspol. Vraag is of die doorgroeien; eventueel gaat er een grassenmiddel op. Begin juni zijn de ruggen opgefreesd. In 2020 zijn de aardappelen mislukt door een hoosbui in augustus en voor voer weggedaan. Cammeo en Twister zijn phytophthora-resistente rassen. Met behulp van de Blight-app van WUR, die infectieperiodes toont, wordt aan resistentiemanagement gedaan. Klompe: “De eerste vijf infectieperiodes slaan we qua spuiten sowieso over. Vanaf de zesde zou er zo’n populatie kunnen zijn dat de resistentie zou kunnen worden doorbroken. Dan gaan we wel spuiten. In 2020 hebben we vroeg twee keer gespoten, later nog een keer. Ten opzichte van vijftien keer normaal.” Over het strokeneffect: “Stel dat de infectie komt in één strook, dan rekenen we er een beetje op dat die niet gelijk overspringt naar de aardappelen vier stroken verderop. Vorig jaar zagen we in Vitabella een blaadje in de eerste 3-meterstrook, elders hebben we toen de ziekte niet gezien. De 3-meterstroken zijn vorig jaar niet tegen phytophthora gespoten vanwege de slechte omstandigheden op dat moment. In de aardappelen ligt dit jaar een proef met de biologische plantversterker Serenade. Dat moet leiden tot een robuster gewas. Klompe ziet op 10 juni nog geen verschil met het onbehandelde gedeelte.

Dit grasklavermengsel is pas dit voorjaar op 26 maart gezaaid. Afgelopen najaar was het te nat om volgens planning te zaaien. Glasklaver gaat in folie gewikkeld in balen naar een melkveebedrijf. Doel is drie à vier snedes per jaar. Dat zullen er dit jaar wel drie worden. Klaver is goed opgekomen; er is voor kieming wel wat temperatuur nodig. Door voorjaarszaai was de eerste snede laat. Er staat wel wat onkruid in, maar dat is geen probleem, zolang het maar niet in het zaad schiet. WUR heeft een eigen balenpers op spoorbreedte 3,15 meter.

Peen op 10 juni. Mooi opgekomen. Gezaaid half mei. Voorvrucht zaaiuien op 22-meterstroken en tarwe op 3-meterstroken. Tarwe geoogst in augustus, uien uiteindelijk pas in november. Schoffelen met HAK-schoffel tussen de ruggen. Per saldo wordt dan zo 15 van de 75 centimeter gespoten, dat levert een middelbesparing van 80% op. Ging in 2020 goed, al was de werking van bodemherbicide door droogte kritiek. Probleem is mechanisatie van de oogst. Het lastige is dat de kistenwagen in hetzelfde spoor zou moeten rijden als de klembandrooier. Een spoor verderop rijden is ook geen optie. “Echt lastig met peen", zegt Koen Klompe. “Zoals het nu is, rij je in de rotatie als je bij de peen aankomt, bij de oogst alles weer aan gort. Je kunt de rijpaden niet gebruiken. Dat is een probleem.”

Direct na de zaai is het bodemherbicide Centium gespoten, na opkomst Boxer in de rij. Een enkel onkruidje staat er nog. Eventueel gaat daar nog Boxer op.

Beheer
WP Admin