MOB-jurist kritisch op aanpak Greenpeace in rechtszaak tegen Staat
De rechter doet 22 januari uitspraak in de rechtszaak die Greenpeace tegen de Staat heeft aangespannen om de natuur niet verder te laten verslechteren. MOB-jurist Wösten heeft zorgen over de kansen van Greenpeace.
De bodemprocedure tussen Greenpeace en de Staat werd dinsdag 12 november in de rechtbank Den Haag ook gevolgd door Valentijn Wösten die als jurist optreedt namens Mobilisation for the Environment (MOB). MOB is geen partij in de juridische procedure, maar ondersteunt wel de bodemprocedure van Greenpeace. Wösten zegt met zorg te hebben zitten kijken en luisteren tijdens deze rechtszaak. “Greenpeace heeft dinsdag geprobeerd om vanuit het niets een marathon te gaan lopen. Wie iets stelt, moet dat ook bewijzen in een civiele zaak. Greenpeace heeft echter nog amper zaken over stikstof gevoerd en nu pakken ze meteen het grootste dossier. Dat is een enorme klus. Ik hoop van harte dat mijn zorgen onterecht zijn, maar ik zie in Greenpeace vooral een ongeoefende marathonloper.”
Wösten wijst er op dat het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur veel kennis en middelen heeft. “Ik vond de verdediging van de Staat niet correct, maar ik snap donders goed op welke punten ze in het Greenpeace-verhaal zijn gaan drukken.” Wösten kijkt om die reden vanuit zijn perspectief met zorg naar de uitspraak van de rechter op 22 januari. “Ik had er moeite mee, want ik vond Greenpeace niet sterk staan in het weerleggen van het verweer van de Staat.” Al wil de jurist het ook geen broddelwerk noemen.
Wösten zegt ook anders naar de bodemprocedure te kijken dan MOB-voorman Johan Vollenbroek. “Vollenbroek benadert de rechtszaak strategisch en is blij dat Greenpeace actie onderneemt, ik kijk naar de juridische risico’s.”
Stichting Stikstofclaim: boerenbijltjesdag
Stichting Stikstofclaim hield dinsdag ook een pleidooi tijdens de bodemprocedure tussen Greenpeace en de Staat. Nadat de jurist namens de organisatie het woord had gevoerd, nam voorzitter Jan Cees Vogelaar het stokje over. Hij sprak over vele boerenbedrijven, vaak PAS-melders, waar paniek heerst en zeer grote zorgen zijn over het voorbestaan van het bedrijf. Ook stelde hij dat ‘eco-activisten weeffouten in de wet- en regelgeving benutten om boerenbedrijven aan de hand van handhavingsverzoeken op te jagen als loslopend, schadelijk wild’. Volgens Vogelaar gaat het zulke organisaties om niet om de natuur, maar om het uitroeien van de veehouderij; boerenbijltjesdag. Hij trekt de gevolgen vooral ook ‘breder’ en heeft het over boerenkinderen die op school leren dat hun ouders met hun bedrijven een gevaar voor natuur, milieu en gezondheid van mensen zijn. Ook benoemde hij het aantal zelfdodingen onder (jonge) boeren. Het leidde tot irritatie bij MOB-jurist Wösten die Vogelaar tijdens de rechtszaak onderbrak en ‘Dit is opruiing’ tegen de rechters riep.
Vogelaar mocht zijn verhaal echter gewoon afmaken. “Voor velen hier aanwezig in de zaal is dit een papieren werkelijkheid”, zei hij tenslotte. “Er zijn maar heel weinig mensen aanwezig wiens eigen toekomst op het spel staat.”