Ook in bijvoorbeeld de Franse akkerbouw kan het Nederlandse vakmanschap tot zijn recht komen. - Foto: Peter Roek AkkerbouwOpinie

‘Kijk ook in het buitenland’

Er is best wat voor te zeggen om in het buitenland te gaan akkerbouwen. In ieder geval is het voor een jonge boer niet zo gek daar eens te gaan kijken.

De akkerbouwsector in Nederland staat op een hoog niveau. Weinig landen in de wereld kunnen zich meten met het vakmanschap en ondernemerschap van de Nederlandse akkerbouwer. Ook de gronden in Nederland zijn van uitmuntende kwaliteit.

Sectorblindheid

Deze toppositie brengt ook risico’s met zich mee. Een van de grootste risico’s is de kans op bedrijfsblindheid, of noem het sectorblindheid.

De voedselproductie in de wereld moet omhoog omdat de wereldbevolking sterk groeit. Veel landen investeren daarom in de ontwikkeling van de landbouw. Of het nu onderzoek, voorlichting of het faciliteren van toeleveranciers betreft, landbouw heeft de aandacht van veel overheden in andere landen. In Nederland zien we de laatste jaren juist een tegenovergestelde beweging. De overheid vindt landbouw niet meer belangrijk, want voedsel is er voldoende.

Kansen liggen in het buitenland

Dit moet onze ogen openen! Als akkerbouwsector moeten we meer internationaliseren. Over de grens heen kijken. Daar liggen kansen om ons vakmanschap nog meer te benutten.

De Nederlandse landbouwopleidingen erkennen meer en meer dat er internationaal veel ontwikkelingen plaatsvinden. Zij spelen daar steeds meer op in door een buitenlandstage verplicht te stellen en diverse vakken in het Engels te geven om de talenkennis te verbeteren.

Kennisontwikkeling staat ook in het buitenland niet stil. Er valt daar veel te leren. Blijven denken dat we wat betreft kennisontwikkeling vanzelfsprekend voorop blijven lopen is onjuist en zelfs gevaarlijk. Iedereen die werkzaam is in de akkerbouw, of het nu toeleveranciers, afnemers of ondernemers betreft: regelmatig een oriëntatiereis naar het buitenland zou verplichte kost moeten zijn!

Persoonlijkheid en doorzettingsvermogen

Regelmatig komen we nieuwe innovatieve gedachtes tegen die in het buitenland worden toegepast, rondom teelttechniek of marktbenadering. Met de steeds maar hoger wordende grondprijzen als gevolg van een grondhonger die ongekend groot is in Nederland, is daarom de vraag gerechtvaardigd of er niet meer gekeken moet worden naar emigratie of het telen in het buitenland. Dit vraagt weliswaar een persoonlijkheid die daar bij past en het nodige doorzettingsvermogen. Maar dit zijn dezelfde eigenschappen die van je worden verlangd als je in Nederland akkerbouwer wil blijven of worden, waardoor je mee moet doen met schaalvergroting tegen onvoorstelbare grondprijzen.

Opvallend: meer opvolgers

Een andere opvallende ontwikkeling is te zien bij het aantal potentiële bedrijfsopvolgers. Dit neemt met name in de akkerbouwsector weer toe. Dat geldt ook voor het aantal studenten wat wil instromen vanuit sectoren van buiten de landbouw.

Deze zaken combinerend: de enorme grondhonger in Nederland en veel belangstelling voor bedrijfsopvolging geeft aan dat hiervoor een vorm gevonden moet worden. Een van de meest voor de hand liggende opties is om nadrukkelijk te kijken naar de mogelijkheden in het buitenland. Veel, ook westers georiënteerde landen, zitten te springen om goede ondernemers in de akkerbouw. Hier liggen kansen om te ondernemen en een goede vakman te worden!

Een paar jaar verplicht werken in het buitenland alvorens eventueel het bedrijf over te nemen helpt om hier vorm aan te geven. En weet dat emigreren sociaal gezien niet meer zo ingrijpend is als vroeger. Met de vele digitale mogelijkheden is dagelijks contact met familie en vrienden mogelijk. Ideaal toch?

Lees ook: Waarom emigreren

Beheer
WP Admin