Foto: Peter Roek AkkerbouwFoto

Kiemproef laat potentie pootgoed zien

Bij Van Iperen in Oude-Tonge (Z.-H.) worden sinds enkele jaren kiemproeven met aardappelen gedaan. De proeven lopen van half februari tot begin april. Inzicht in de potentie is voor telers handig bij variabel poten maar ook bij traditionele teelt.

Het controleren van de sortering.

De poters worden gemarkeerd om achteraf de tellingen te koppelen aan het gewicht.

De poters worden in een speciaal mengsel uitgezet. Aan de ideale samenstelling en omstandigheden wordt al een aantal jaren gesleuteld. Informatie hierover wordt daarom niet gegeven.

Planten van de knollen in de kiembak. Er gaan minimaal 10 knollen in een bak. Van Iperen heeft een speciale ruimte ingericht voor de kiemproef. De geconditioneerde omstandigheden zijn optimaal.

De gemerkte aardappelen liggen op een gelijke afstand in de bak. Gezien het beperkte aantal knollen moeten ze een goede afspiegeling zijn van de volledige partij aardappelen.

De teler krijgt straks een rapport met daarin per sortering het gemiddelde aantal stengels per knol. Ook het gemiddelde gewicht staat daarbij vermeld. Bovendien krijgt de teler een advies over kilo s pootgoed en plantafstand, gebaseerd op het gewenste stengelaantal per hectare.

Een medewerker checkt hoe de stengels boven komen en registreert later het aantal stengels per knol. Tellingen in het seizoen tonen aan dat de kiemproeven een realistisch beeld geven van de stengelaantallen in het veld.

Telers leveren pootgoedmonsters aan voor de kiemproef. Ongeveer 80%, zo'n 45 telers, gaat variabel poten. Anderen hebben geen mogelijkheid daartoe of willen alleen de potentie van de pootgoedpartij weten. - Foto's: Peter Roek

De aardappelen gaan eerst op de weegschaal, zodat het gewicht bekend is. Elke knol wordt apart gewogen en geregistreerd.

Beheer
WP Admin