Foto: Ronald Hissink RundveeAchtergrond

Jurist: ‘CBb zat behoorlijk in zijn maag met deze zaak’

Minder uitstoten en toch een korting op de GLB-subsidies, het overkwam een Brabantse veehouder.

Een veehouder veroordelen voor een overtreding die een jaar later geen overtreding meer is. Bovendien een overtreding die totaal geen negatieve gevolgen heeft, sterker nog juist positieve milieugevolgen. Dat voelde niet goed, maar het moest toch gebeuren volgens de destijds geldende wetgeving. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zag zich met een dergelijke ongemakkelijk voelende zaak geconfronteerd.

Pure pech voor veehouder

De veehouder werd in 2019 gecontroleerd op zijn bedrijf en toen bleek dat hij zijn Wnb-vergunning niet had aangepast aan de veestapel zoals hij die op dat moment hield. Hij hield in 2019 meer jongvee en minder melkvee op zijn bedrijf, in de vergunning was sprake van meer melkvee en minder jongvee.

“Het is eigenlijk pure pech voor deze Brabantse veehouder dat hij juist in 2019 werd gecontroleerd, want als RVO in 2020 was langsgekomen was het intern salderen wat hij gedaan heeft niet meer vergunningplichtig geweest.” Dat zegt Inge Laurijssen, jurist bij Achmea. Laurijssen vertegenwoordigde de betreffende veehouder in deze bijzondere zaak.

Ze stuurden ook duidelijk aan op een schikking tussen RVO en de veehouder

Laurijssen: “Het CBb zat behoorlijk in zijn maag met deze zaak. Ze stuurden ook duidelijk aan op een schikking tussen RVO en de veehouder. Ze wilden zich liever niet uitspreken over deze zaak. Ik kon merken dat het voor het CBb onrechtvaardig voelde om deze veehouder te veroordelen. Zeker omdat de ‘overtreding’ alleen maar positief uitpakte voor het nabijgelegen Natura 2000-gebied. Hij was meer jongvee en minder melkvee gaan houden, dus zijn stikstofuitstoot werd minder. Geen reden voor een veroordeling zou je zeggen. Maar volgens de wetgeving in 2019 zat hij fout.”

Intern salderen

Toch ontkwam het CBb er niet aan zich uit te spreken. “RVO wilde niet schikken, maar wilde absoluut een uitspraak. Ze wilden weten of ze de regels goed hadden geïnterpreteerd en toegepast. Dat hadden ze inderdaad, aldus het CBb in de uitspraak. Want in 2019 was het intern salderen zoals de veehouder had toegepast vergunningplichtig. Bovendien had hij die vergunning ook gemakkelijk gekregen in dat jaar als hij die had aangevraagd, stelt het CBb.”

Volgens Laurijssen wijst de uiteindelijke uitspraak erop dat het CBb geprobeerd heeft een gulden middenweg te vinden. “Het werd een uitspraak waarin beide partijen zoveel mogelijk gelijk hebben gekregen. RVO heeft de wetgeving goed geïnterpreteerd, de vergunning was in 2019 niet op orde. De veehouder komt weg met de laagst mogelijk korting op zijn GLB-subsidies, namelijk 1% in plaats van de door RVO opgelegde 3%. Die 3% was niet goed gemotiveerd, aldus het CBb.”

Geen zin in meer zaken

Dat het CBb eigenlijk geen zin heeft in meer van dit soort zaken bleek volgens Laurijssen ook wel uit het feit dat de rechters tijdens de zitting RVO verschillende keren vroegen of er nog meer van dit soort zaken aan zaten te komen. “RVO zei dat er geen vergelijkbare zaken in de pijplijn zitten, dus het zal wel bij deze ene opvallende zaak blijven.”

Reacties

  1. Lekker vast houden aan de regeltjes …
    Dit is ook de medeoorzaak van de uithuisplaatsingen bij de toeslagenaffaire.

Beheer
WP Admin