‘Inzet en vakmanschap bepalen meer dan aantal zetels in Tweede Kamer’
Zo aan het eind van het jaar kunnen de lijstjes worden opgemaakt. In Den Haag was het niet de woordvoerder van grootste regeringspartij die de meeste invloed had, maar Pieter Grinwis van oppositiepartij Christen Unie.
Politiek bedrijven is een vak. Je moet veel praten, goed kopjes koffie kunnen drinken met Jan en alleman, uiterst gevoelig zijn voor de politieke verhoudingen en bovenal: gevoel hebben bij welk effect maatregelen hebben in de praktijk. ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis, dé pr-man voor de Hollandse spruitjes, beheerst dit tot in de puntjes.
Wie is, onparlementair gezegd, de grootste ouwehoer van de Kamer?
Veel Tweede Kamerleden proberen het beleid bij te sturen. Verreweg de meest effectieve manier is meedoen aan debatten en gewoon de minister vragen iets te doen, waarna hij of zij tijdens het debat al toezegt dat te gaan doen. Bij zijn kersttoespraak aan het einde van de laatste vergadering van 2024 reikte Kamervoorzitter Martin Bosma een beker uit aan het Kamerlid dat het meest aan het woord was geweest. “Wie is, onparlementair gezegd, de grootste ouwehoer van de Kamer?”, typeerde Bosma de prijs voor ‘Spraakwaterval 2024’.
Lange interrupties en handigheidjes
ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis kreeg de beker, omdat hij volgens Bosma in totaal 22 uur aan het woord was geweest. Een overwinningsspeech liet Bosma donderdagavond laat niet toe: “Ik weiger hem het woord te geven, omdat we allemaal voor het licht thuis willen zijn”, aldus Bosma. Tijdens de landbouwdebatten staat Grinwis ook bekend om zijn lange interrupties en zijn handigheidjes: hij kan drie vragen in één zin stellen en weet met zijn positieve houding en inhoudelijke bijdragen vaak wel wat seconden spreektijd bij te snoepen.
Het indienen van moties is de andere mogelijkheid om het kabinet bij te sturen. En als we kijken wie in 2024 de meeste aangenomen moties heeft ingediend, staat Grinwis opnieuw fier bovenaan. Van de 87 moties die hij zelf indiende, werden er 54 aangenomen. Een slagingspercentage van 62%. Daarmee scoort hij procentueel iets lager dan VVD’er Thom van Campen met 24 aangenomen uit 36 moties (67%) en NSC’er Harm Holman met 65% (13 van de 20 moties aangenomen).
Aangenomen moties
In absoluut aantal aangenomen moties staat Pieter Grinwis ruim bovenaan, gevolgd door André Flach (SGP) met 29 aangenomen moties en Caroline van der Plas (BBB) met 26 aangenomen moties. Landbouwwoordvoerder Jeanet Nijhof van de grootste partij PVV behaalde ‘slechts’ acht aangenomen moties. Inez Kostic (PvdD) diende met 101 moties de meeste moties in, waarvan er 19 werden aangenomen.
Samenwerken is essentieel voor politiek succes
Samenwerken is essentieel voor politiek succes. Gezamenlijk met andere collega’s diende Grinwis 316 moties in, waarvan er 198 werden aangenomen. Flach staat hier op de tweede plek, met zo’n honderd ingediende moties minder: 216, waarvan er 155 werden aangenomen. Uit de gegevens blijkt ook dat Van Campen (VVD), Holman (NSC), Graus (PVV) en Vedder (CDA) echt een neus hebben voor succes. Van de door hen mede ondertekende moties werd 90% aangenomen. Uiteraard mede door hun eigen steun, dus enige vorm van matchfixing zit hier wel bij.
Opvallend is dat het niet de grote coalitiepartijen of de grootste oppositiepartij zijn die de veranderingen in het beleid aanbrengen, maar juist de kleine fracties. En dan met name ChristenUnie en SGP. Het gaat dus niet altijd om aantallen zetels. Vooral met politieke handigheid, inzet en kennis krijg je dingen gedaan.