Huisje, boompje, beestje

We rennen rondjes op de trampoline. Zelfs onze kleine meid van net één waggelt enthousiast mee. En als we dan met z’n drieën op elkaar vallen, hebben de kleintjes dolle pret.

Wat ben ik blij dat het stukje grond naast de stal (en ons woongedeelte) nu eindelijk geëgaliseerd is. En de trampoline niet meer ver weg bij de weg staat, maar lekker dichtbij voor de deur.

Ja, eigenlijk moet ie nog twintig meter opschuiven, zodat ie naast de uitloop van de koeien komt te staan. Want dan kunnen we het speelweitje ploegen en inzaaien. Anders hebben we van het voorjaar nog geen grasveld. Maar zolang er trekkers en machines kapot blijven gaan (en de bietenpulpcampagne begonnen is), komt het speelveldje telkens maar niet bovenaan Michels lijstje. En wordt er ook nog niet gezaaid.

Belangrijker dan het gras zijn echter misschien nog wel de boompjes die we willen planten. Langs het toekomstige grasveldje, de oprit en bij de uitloop van de koeien. Want we hebben een prachtige stek hier, met uitzicht over de vallei. Alleen ontbreekt het nog aan wat bomen en struiken, voor schaduw en om de wind te breken. En wat fruitboompjes.

Maar als ik de prachtige herfstkleuren bij de buurman in de tuin zie, dan weet ik zeker dat we niet al te lang meer moeten wachten met die boompjes. Want voor we het weten, is de winter alweer begonnen.

Er vliegt een grote zwerm kraaien over. “Wat is dat in het Roemeens?”, vraagt Atlas. Die, sinds hij naar de peuterspeelzaal gaat, ineens van alles het Roemeense woord wil weten. “Dat weet ik niet jongen,” moet ik hem eerlijk zeggen. “Maar ik weet wel dat papa niet zo blij is met die vogels. Want laatst hebben ze bij een paar maïsbulten het plastic helemaal kapot gepikt.” We hebben niet genoeg beschermkleden voor alle kuilen en door de klei hier is het ook lastig om de bulten helemaal onder het ‘zand’ te krijgen. Dus moeten we regelmatig controleren op ‘wildschade’.

De kraaien strijken neer in de grote kersenboom van de buurman. Die kennen ze goed. De buurvrouw had afgelopen zomer dan ook weinig kersen om te verkopen. Eén ding is duidelijk: als het ons nog wél lukt om binnenkort die boompjes te planten, dan zetten we er maar geen kersenboom tussen.