Hitte en ziektedruk belasten akkerbouw

Dronten/Emmen – De warmte leidt plaatselijk tot groeistagnatie van gewassen als aardappelen en verbranding van uienblad.

Daarnaast lijkt het een echt phytophthorajaar te worden en komt er veel valse meeldauw voor in uien.

Stengelphytophthora komt bijna overal voor en er zijn ook al meldingen gedaan van knolphytophthora.  Er zijn volop infectiekansen geweest dit seizoen. Dat is op de phytophthoramonitor op de Boerderij-website ook te zien: 144 meldingen is veel en niet alle haarden worden gemeld bij Dacom. Volgende week blijkt of het natte weer van maandag tot aantastingen heeft geleid.

Akkerbouwers houden de aardappelziekte onder controle met een strak spuitschema, maar het weer bepaalt of dat zo kan blijven.

“Als het weer gaat regenen, kan het oplaaien”, zegt Louis Nannes van Dacom. “Met het huidige, schrale weer is er weinig sporulatie. Als het gaat regenen, kunnen sporen met het water in de bodem komen. Bij de aardappelen. Zeker later in het seizoen een risico. Sporen kunnen via regenwater wel 10 centimeter afleggen. Knolbescherming is dus heel belangrijk de komende weken. Dat moet tot het eind aan toe.”

Het is vrij lang geleden dat phytophthora zo aan zet was als dit seizoen. Nannes denk dat het  seizoen 2007-2008 was. “Een regenrijke nazomer leidde tot veel knolphytophthora. Zelfs op percelen waar geen loof meer was en ondanks het vele beschermen. Dat kwam door het aanwaaien van sporen, bijvoorbeeld van een naastgelegen perceel.”

Naast phytophthora zijn er nog andere uitdagingen in de akkerbouw. Paul Hooijman van DLV Plant ziet dat gewassen, vooral aardappelen, stilstaan door de hitte. “Zeker pootgoedtelers merken dat er de laatste week er geen groei mee zit in de aardappelen, terwijl het loof nog mooi groen is.”

Die planten zijn druk met overleven, legt hij uit. “Als een gewas de hele dag in de zon staat, sluiten de huidmondjes om verdamping tegen te gaan. De groei stopt als de verdamping stagneert. Dat kost dus kilo’s.”

Als de warmte langer duurt kan het blad gaan hangen en vervolgens verbanden. Zover is het in de aardappelen incidenteel al wel gekomen. In uien ook. “De bovenste delen van de pijpen verbranden”, ziet Hooijman. “Vooral op percelen met structuurproblemen. Het is maar een paar procent van het oppervlak, maar dat leidt er wel toe dat een topoogst er niet meer in zit.”

Terwijl het wel vroeg is; de eerste uienpercelen zijn al aan het strijken; een week eerder dan normaal. De vroegheid zit er dus nog steeds in dit seizoen.

Verder valt valse meeldauw op in de uien. “Dat zien we heel veel. Ook verschillen in de bestrijding ervan. Deze ziekte kan wel 20 procent blad kosten, wat leidt tot opbrengstreductie.”