Foto: Herbert Wiggerman BoerenlevenColumn

‘Het gemis van het OVO-drieluik’

De overheid gaf zelf de regie uit handen aan de markt. En nu zit de landbouw met de gebakken peren.

Dit gaat een hele rare column worden. Ik waarschuw maar vast. Laat ik beginnen met de situatie voor de Tweede Wereldoorlog. Het boerenbedrijf zag er in veel opzichten totaal anders uit dan nu. De basis was hetzelfde, de omvang niet. Bedrijven met zes koeien op de grupstal, een geit aan de pin en twee varkens in een kot waren heel gewoon.

Economisch gedreven ondernemingen

Na de oorlog veranderde dat snel en de overheid was de grote aanjager daarvan. Het barstte van de Rijks Landbouw Consulenten die boeren adviseerden over hoe het anders moest. Bedrijven moesten transformeren van kneuterige familiebedrijfjes naar economisch gedreven ondernemingen. Groeien was het motto. Om dat voor elkaar te krijgen moesten boeren geld gaan lenen bij de bank. Voor velen was dat absoluut ‘not done’ maar dat was een kwestie van overtuigen. Het beroemde OVO-drieluik deed zijn werk. Onderzoek, Voorlichting en Onderwijs. Allemaal hamerden ze op groei. En geld lenen.

De overheid zat er dus flink achteraan maar werd ingehaald door een ander mechanisme: de markt. Allerlei marktpartijen namen de rol van de overheid over. Toeleverende bedrijven gingen zelf onderzoek doen en stuurden eigen adviseurs op pad. ‘De modernisering door die zijde bleek van veel dwingender aard dan die van de overheid’, stond in 2013 in een terugblikkend essay van de Rijksuniversiteit Groningen.

Gebakken peren

En nu zit de landbouw met de gebakken peren. Er is van alles te veel. Koeien, varkens, kippen, mest, stikstof, andere stof, noem maar op. En dus moet het allemaal weer anders. Het moet minder. Duurzamer. Circulairder. In tegenstelling tot de jaren zestig van de vorige eeuw is er geen OVO-drieluik meer. De overheid komt nu niet met adviserende rijksconsulenten. Dat pakket blijft bij het bedrijfsleven liggen. Vergis ik me of blijft het daar nogal rustig? De dwingende aard die – aldus het eerder genoemde essay – daarvan uitging, is verdwenen. Ergens is dat begrijpelijk. Bedrijven ontwikkelen niet iets als er geen vraag naar is en boeren investeren niet in iets dat er nog niet of nauwelijks is. Als ze al een financiering krijgen. Zo houdt iedereen elkaar in een houdgreep.

Ineens moet ik denken aan overheidsbedrijven die in het verleden geprivatiseerd zijn. KPN, de Nederlandse Spoorwegen, PostNL, de zorg. De bedoeling was dat de markt zijn werk kon doen als de overheid zich er niet meer mee bemoeide. Dat consumenten én bedrijven er beter van werden. Dat blijkt niet per definitie op te gaan.

Parallel met landbouw

Ik zie een parallel met de landbouw. Toen de overheid zich terugtrok uit het onderzoeks- en voorlichtingsgebeuren, gaf ze ook de regie uit handen. Was dat maar niet gebeurd. Dan had iedereen steeds geweten waar hij of zij aan toe was en dan waren boeren nu niet geconfronteerd met zo’n wrede reorganisatie.
Ik zei al dat dit een rare column zou worden.

Reacties

  1. Niet raar, wel naief. Je kunt niet lenen als je leencapaciteit niet groter wordt. Overheid of bedrijfsleven maakt dan niks uit

Beheer
WP Admin