Geen ‘onteigening’, wel ‘vrijwillig’ in landbouwbegroting
In 2022 moet er meer duidelijkheid komen over de gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura 2000-gebieden. Dat schrijft demissionair landbouwminister Carola Schouten.
De woorden ‘onteigening’ of ‘intrekking vergunning’ komen in de landbouwbegroting niet voor. Aankoop van veehouderijlocaties gebeurt op basis van een ‘minnelijke verwerving’, schrijft de demissionair minister.
Grootste piekbelasters
De opkoopregeling is bestemd voor bedrijven die op vrijwillige basis hun bedrijf willen beëindigen.
De demissionair landbouwminister schrijft in de landbouwbegroting dat de gerichte opkoop van bedrijven in de buurt van kwetsbare natuurgebieden ‘gebeurt op basis van een op minnelijke verwerving gericht traject dat onderdeel vormt van een planmatige, gebiedsgerichte aanpak, gericht op natuurherstel.’ Gerichte opkoop richt zich op de grootste piekbelasters ‘en wordt zodanig toegepast dat er maatwerk geboden kan worden’.
Die opkoop maakt deel uit van de stikstofaanpak, waartoe kabinet en parlement dit jaar hebben besloten.
Lees ook: Schouten ziet onteigening boeren als laatste middel
Kwart miljard euro voor opkoop
In de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is voor volgend jaar een bedrag van bijna een kwart miljard euro geraamd voor de opkoop. Het is nog open hoe het geld over 2022 en de jaren daarna wordt ingezet. Van belang daarbij is ook of er nieuwe afspraken worden gemaakt over het stikstofbeleid.
Grondfonds stikstofaanpak
De aankoop van veehouderijlocaties bij stikstofgevoelige natuurgebieden loopt via de provincies.
Naast de gerichte opkoop is er de landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties voor melkvee, pluimvee en varkens. De grond die wordt verworven bij de vrijwillige opkoop van bedrijven wordt ondergebracht in een grondfonds stikstofaanpak. De grond kan worden ingezet voor bijvoorbeeld extensivering van andere bedrijven.
Lees meer over het stikstofbeleid
Bedrijven die in de “gevaen zone” liggen zullen te maken krijgen met een dalende grondprijs, omdat er geen uitbreidende boer interesse heeft in deze gronden. LTO zal dan heel goed moeten oppassen, om deze kapitaalsvernietiging tegen te gaan. Hier past geen extra oprotpremie die belastbaar is.