Europees Parlement: leg graangiganten aan banden
Het Europees Parlement luidt de alarmklok over de marktmacht van de vier grootste graanhandelsbedrijven in de wereld. Een nieuw rapport maakt duidelijk hoe groot hun impact op de graanmarkten is.
Vier grote graanhandelaren beheren in belangrijke mate de wereldwijde markt voor granen en andere agrarische bulkproducten. Dat zijn de zogenoemde ABCD-bedrijven: ADM, Bunge, Cargill en LDC (Louis Dreyfus Company). De landbouwcommissie van het Europees Parlement heeft nu in kaart laten brengen hoe ver hun marktmacht reikt. De rapporteurs concluderen dat de marktmacht veel te groot is. Naar schatting hebben de vier bedrijven samen 50-60% van de wereldwijde handel in agrarische grondstoffen in handen. Denk aan granen, oliehoudende zaden en peulvruchten.
Naast de genoemde grote vier zijn er nog Cofco en Viterra. Het laatste bedrijf staat op de nominatie om te worden overgenomen door Bunge. Deze beide bedrijven meegerekend stijgt het marktaandeel zelfs naar 70-80%. Een precieze berekening is lastig, zo stellen de rapporteurs, omdat de bedrijven hier zelf niet erg transparant over zijn. De schatting van hun marktaandeel is gemaakt mede op basis van verschillende andere bronnen, waaronder data van het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA).
Het rapport (pdf) is opgesteld in opdracht van de landbouwcommissie van het Europarlement (AGRI). De rapporteurs concluderen dat de marktconcentratie negatieve gevolgen heeft voor de marktwerking. De machtsconcentratie leidt tot minder concurrentie, hogere prijzen voor consumenten en lagere inkomsten voor boeren.
Derivatenmarkt beter reguleren
Rapporteurs pleiten voor meer transparantie in de graanhandel en ook op een beter toezicht op de handel in derivaten, zoals opties, futures en swaps. De meeste van deze derivaten worden via beurzen verhandeld. Ze hebben een nuttige functie, zoals de spreiding van risico’s, maar ze kunnen ook een risicovolle rol spelen en speculatie in de hand werken. Toename van speculatie kan leiden tot prijsschommelingen die niks te maken hebben met vraag en aanbod. De grote bedrijven zijn erg actief met derivaten en hebben op deze markt een voorsprong op andere spelers, zoals boeren, die via termijnmarkten hun risico’s indekken, maar minder kennis hebben van de markt dan de grote partijen.
De rapporteurs signaleren met zorg dat de grote bedrijven steeds meer op de speculatieve toer gaan. Transparantie zou helpen om de risico’s hiervan te verminderen. Denk aan een verplichte openbaarmaking van derivatenposities van de bedrijven. Meer toezicht en betere regelgeving zou leiden tot een eerlijkere en stabielere markt voor alle spelers.
De rapporteurs pleiten verder voor een diepgaand onderzoek naar de marktmacht van de grote partijen en hoe zij internationaal samenwerken om de concentratie in de graanhandel aan te pakken. De bedrijven opereren mondiaal en zijn daardoor lastig bij te sturen. Ook een extra belasting zou een optie kunnen zijn om de macht van de grote vier te beteugelen, opperen de rapporteurs.