EU-parlement: niet nóg meer boeren onder industriële emissieregels

Het Europees Parlement kiest ervoor om de huidige industriële emissieregels in stand te houden. Varkensbedrijven met meer dan 2.000 vleesvarkens (boven 30 kilo) of 750 zeugen, en pluimveebedrijven met meer dan 40.000 kippen blijven onder de richtlijn voor industriële emissies. De richtlijn wordt niet uitgebreid met melkveebedrijven.

De Europese Commissie wilde de richtlijn toepassen op alle bedrijven met meer dan 150 grootvee-eenheden. Maar dat voorstel is geschrapt. De grens blijft nu liggen op 750 grootvee-eenheden, als het aan het parlement ligt.

De lidstaten hebben de voorstellen ook al afgezwakt, al werd daar een compromis bereikt om de regels wel aan te scherpen voor de veehouderij. Volgens het compromis van de lidstaten vallen rundvee- en varkensbedrijven en gemengde bedrijven met meer dan 350 grootvee-eenheden onder de richtlijn. Voor pluimvee zou een norm van 280 gve gelden. Daarbij zou een uitzondering van kracht zijn voor extensieve bedrijven.

Hoe de regels er precies gaan uitzien, hangt af van onderhandelingen tussen de lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Ook moet in die gesprekken het raamwerk voor een definitieve Europese regeling worden overeengekomen. Daarna kunnen het parlement en de Europese Raad goedkeuring geven aan de nieuwe richtlijn. Die moet in 2027 van kracht worden.

Ruim 2.600 bedrijven onder richtlijn

In Nederland vallen volgens de huidige richtlijn meer dan 2.600 veehouderijbedrijven onder de richtlijn industriële emissies. Betrokken bedrijven moeten bij de vergunningverlening onder andere laten zien hoe ze emissies naar lucht, water en bodem binnen de perken houden.

In de voorstellen van de Europese Commissie zouden bijna 9.000 bedrijven onder de werking van de richtlijn vallen. Onder die bedrijven valt ruim een derde van de melkveehouderij en tussen 85 en 90% van de varkensbedrijven.