Een vrouwenneus ruikt onraad
Voor boerinnen is het soms vervelend dat ze alles zo goed ruiken. Maar het kan ook handig zijn bij de bedrijfsvoering.
‘Vrouwen zijn drie keer zo gevoelig voor berengeur als mannen’. Dat zegt iemand van Vion deze week in Boerderij. Ik denk dat hij gelijk heeft. Sterker nog, ik denk dat vrouwen vergeleken bij mannen álles beter ruiken. Dat is niet altijd een pretje.
Bij de geur van hooi of bloeiende rozen, is het niet erg. Maar bij berengeur wel en bij zweet en klamme sokken ook. Maar ja, wat doe je eraan? Je kunt moeilijk een heel boerenbedrijf met deodorant gaan bewerken en wat de één vindt stinken, vindt de ander wel meevallen.
Zo ken ik een stel waar de vrouw misselijk wordt van de lucht van kuilvoer. Ze wil dat haar man zich doucht voor hij binnenkomt. Maar hij vindt dat onzin, want zelf ruikt hij het niet.
Ik ken ook gezinnen waar de man na een hele dag mestrijden ’s avonds doodleuk bij zijn vrouw in bed kruipt. Mits ze al slaapt natuurlijk. Anders is hij de klos en moet hij zich eerst boenen. Daar heeft hij geen zin in want hij is al zo moe.
Maar ik ben ook eens ergens geweest waar de vrouw kon ruiken of een dier iets mankeerde. Slepende melkziekte? Hij rook niks, zij wel. Een kalf met diarree? Ze rook het al bij de deur, hij pas als hij er bovenop stond. Rotte aardappelen in de opslag? Zij had het meteen door, hij pas veel later.
Die scherpe neus is voor vrouwen misschien niet altijd even prettig, maar voor het bedrijf kan het een heel nuttig instrument zijn.