Duitse varkensstapel stevent af op krimp van 10%

De Duitse varkensstapel krimpt hard. De landelijke cijfers zijn nog niet bekend, maar in de grootse varkensproducerende deelstaat Nedersaksen werden in mei 7,3 miljoen varkens geteld. Dat komt neer op een daling van 10,6% ten opzichte van een jaar eerder. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het Staatsbureau voor Statistiek Nedersaksen.

Het aantal fokzeugen loopt nog harder terug, met 13,5% naar 388.100 zeugen. In vergelijking met 10 jaar geleden is het aantal varkenshouderijen in Duitsland bijna gehalveerd, van 8.000 naar 4.400 bedrijven. Alleen al het afgelopen jaar stopten 550 bedrijven in Nedersaksen.

Meer dan 10% krimp in zuiden

Ook in de zuidelijke deelstaten Beieren en Baden-Württemberg worden beduidend minder varkens gehouden. In Baden-Württemberg kromp de totale varkensstapel het laatste jaar met 10,2% naar 1,35 miljoen. Met 112.000 fokzeugen liep dat aantal met 7,9% terug. Beieren telde in mei 2,53 miljoen varkens, 12,7% minder dan in dezelfde maand vorig jaar. Het aantal fokzeugen nam met 15,1% af naar 164.700.

In Beieren stopten circa 600 varkenshouders met minimaal 10 zeugen of 50 vleesvarkens met hun bedrijf. In de noordelijke deelstaat Sleeswijk-Holstein nam het aantal fokzeugen af met 11.000 dieren ofwel 14,1% tot zo’n 78.000 zeugen. Ook in deze deelstaat beëindigden 600 varkenshouders hun bedrijf.

Krimp gevolg van huidige sectorcrisis

De Duitse belangenorganisatie ISN geeft aan dat de voorlopige cijfers uit de deelstaten de verwachte krimp van de landelijke varkensstapel bevestigen. De door corona en Afrikaanse varkenspest veroorzaakte crisis zorgen voor langdurige financiële verliezen waardoor veel bedrijven genoodzaakt zijn te stoppen.

Blijvers kampen met een gebrek aan perspectief en toenemende eisen op gebied van dierwelzijn en klimaat, waardoor voortzetting van bedrijven verder in het geding komt.