Gerrit Meester, landbouweconoom en lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.<em><br />Foto: Fotopersburo Dijkstra bv</em> AlgemeenAchtergrond

‘Directe inkomenssteun moet er zoveel mogelijk af’

Landbouweconoom Gerrit Meester ziet bij de hervorming van het GLB het liefst zo min mogelijk directe inkomenssteun. Het afkopen van de premies zou een mogelijkheid kunnen zijn.

Gerrit Meester is landbouweconoom en lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli). Als topambtenaar bij het ministerie van landbouw was hij direct betrokken bij de invulling van het Europees landbouwbeleid, zoals dat sinds de jaren ’90 vorm heeft gekregen. Hij voorziet ook een afbouw van de directe inkomenssteun.

In Europa is op dit moment een sterke tendens om ervoor te zorgen dat het geld van het GLB bij de boer op het erf terechtkomt. Zeker nu de prijzen in verschillende sectoren slecht zijn en sectoren in zwaar weer zitten. “Maar het is beter om het budget in te zetten voor de lange termijn”, vindt Meester.

Wat zou u anders doen in het landbouwbeleid?

“Het is de vraag of het verstandig is om de inkomenstoeslagen in het landbouwbeleid zo sterk door te blijven zetten. De Rli heeft dat in een briefadvies over het GLB aan toenmalig staatssecretaris Dijksma al aangegeven. Het zou goed zijn om meer geld over te hevelen van pijler 1 (directe inkomenssteun) naar pijler 2 (plattelandsbeleid), juist om de verduurzaming, innovatie en concurrentieverbetering in te zetten. Maar de sector en het parlement wilden dit toen niet. Maar argumenten dat boeren moeten worden ondersteund omdat ze voor de voedselvoorziening zorgen, vind ik niet sterk.”

Zou u helemaal af willen van de directe betalingen?

“Ze kunnen wel blijven, maar dan moet je ze steeds meer gaan inzetten voor specifieke, maatschappelijke doelen. Dat speelde ook al in de houtskoolschets van Gerda Verburg en is nu door staatssecretaris Martijn van Dam opnieuw prominent aan de orde gesteld. Toen ging het al om vergoeding voor groene en blauwe diensten. Nu vooral ook voor het stimuleren van een verdere verduurzaming en innovatie in de landbouw. Ook Rli, SER en WRR is in diverse adviezen meerdere malen aangedrongen op een ontwikkeling in de richting die Van Dam nu voorstelt. Ik juich deze voorstellen dan ook zeer toe. Een van de bijkomende voordelen is dat je minder problemen hebt in WTO-verband. Want of het nu gaat om een hogere melkprijs, of een premie per hectare of per dier, vooral ontwikkelingslanden zien deze toch als subsidie. Bij een vergoeding voor diensten of het stimuleren van verduurzaming en innovatie, speelt dat minder.”

Moet er nog wel een vorm van ondersteuning blijven?

“Ik denk dat je moet streven naar zoveel mogelijk eraf. En dat kan niet van vandaag op morgen. Dat moet worden aangepast. Een hectaretoeslag zit verweven in de grondprijs. Als je de premie eraf haalt, zakt de grondprijs in elkaar. En dat is net een van de meest stabiele, veilige beleggingen. Dat zou problemen kunnen opleveren bij bankleningen, bijvoorbeeld.”

Hoe zou u de ondersteuning willen inrichten?

“Het eerste waaraan ik denk is over te gaan naar vergoeding voor groen-blauwe diensten. Maar als je logisch kijkt is dat weer niet iets dat je Europees, maar meer per lidstaat zou moeten regelen. Een groen landschap in bijvoorbeeld Zuid-Holland is van regionaal belang en niet van Europees belang. Dat levert vooral een hogere waarde op van de regio, denk bijvoorbeeld maar aan de WOZ-waarde. Het meest logisch is dan dat uit regionale financiële middelen te doen. Overigens zou ik me niet willen beperken tot groen-blauwe diensten. Veel belangrijker is door het stimuleren van verduurzaming en innovatie de Europese land- en tuinbouw klaar te maken voor de uitdagingen in de komende decennia. Gebruik vooral hiervoor het Europese geld zolang dat nog beschikbaar blijft, is een van de kernadviezen die de Rli al in 2011 heeft gegeven.”

‘Waarom kregen wij €400 per hectare en andere lidstaten maar €100?’

Het is dus het meest logisch groene diensten per lidstaat te regelen. Zou dat voor Nederland ook de meest gunstige route zijn? Vinden we het landschap dan nog voldoende belangrijk om daar zoveel geld aan uit te geven?

“Nee, waarschijnlijk niet. Daarom zegt de Nederlandse landbouwlobby niet voor niks dat je het beter via Brussel kan regelen. Want via Den Haag krijg je het zeker niet.”

Wat verwacht u van het budget voor het GLB?

“Het Europees budget komt steeds meer onder druk te staan. Denk maar aan de Eurocrisis en nu de vluchtelingencrisis. En dan heb je ook nog de verdeling van budget tussen de lidstaten. Waarom kregen wij €400 per hectare en andere lidstaten maar €100? Dat houd je niet vol. Het budget neemt ook af. Eerder zat er nog nominale groei in het totale EU-budget dat voor landbouwbeleid werd gereserveerd. Toen kwamen de hervormingen en werd het stabilisatie van het budget en nu wordt er ook al in nominale termen gekort. Het budget zal verder omlaag gaan.”

Remmen landen als Frankrijk de verandering in het beleid niet sterk af? Zij geven de boeren graag directe steun.

“Ja dat klopt. Er zit nog iets heel traditioneels in de Franse politiek. Als in de regio onvoldoende geld wordt verdient door lage prijzen, krijgen de regio’s minder belasting binnen en gaat het minder goed in het gebied. Dat is een oud gevoel dat in Frankrijk nog steeds bestaat. Frankrijk heeft ook een sterke boerenlobby. Vroeger was Frankrijk de grote netto ontvanger in de EU. De Fransen blijven gevoelig hiervoor. Want ze hebben wel geen olie, maar ze hebben wel ‘le petrol vert’. Het graan zorgt ook voor deviezen. Dat zijn ideeën die lang blijven hangen.”

Hoe kan het beleid worden doorbroken?

“Dat kan op momenten dat het echt niet langer kan. Dat gebeurde in 1992, toen de graansteun werd vervangen door hectaretoeslagen. In 2005 is Frans Fischler van de gekoppelde toeslagen naar de ontkoppelde toeslagen gegaan. Hij zag dat dit anders tot moeilijkheden in de WTO zou leiden. Ciolos heeft geen grote stappen gemaakt en Hogan staat nu voor de vraag of hij wel stappen gaat maken. Je kunt je afvragen of het systeem houdbaar is. Kun je vol blijven houden dat je in de jaren 1990 ooit een graanprijsdaling hebt gehad die je hebt gecompenseerd door toeslagen die in 2020 of 2030 nog steeds bestaan? Als je deze wil behouden moet je echt inhoudelijke argumenten hebben. Je zou ze ook in één keer kunnen afkopen door een soort obligatie, zoals Europese landbouweconomen en ook de SER in het verleden wel hebben voorgesteld.”

U zegt dat er soms momenten zijn waarop het beleid anders moet. Is dat met de crisis in de veehouderij nu zo’n moment?

“Nee, ik denk het niet. Ik denk dat de crisis eerder remmend is.”

De Europese landbouwministers discussiëren dinsdag in Amsterdam voor het eerst over het nieuwe Europees landbouwbeleid na 2020. Dat het beleid anders moet, lijkt evident. Staatssecretaris Martijn van Dam nam de aftrap met een discussiestuk. Hij wil het GLB meer richten op maatschappelijke diensten en innovatie van de landbouw.

Beheer
WP Admin