Met al die ruimte is een boerenerf een geweldige speelplek maar het is er ook gevaarijk. - Foto: ANP BoerenlevenAchtergrond

‘Die mestput is het allerengste’

Ouders over de kindveiligheid van hun erf. ‘Opletten, maar je wilt ze ook niet in een kooitje stoppen.’

‘Afschuwelijk”, zegt Barbara Pondes. Ze heeft met haar man een varkensbedrijf in Mariënheem en zoals zovelen heeft ze het recente bericht over een bedrijfsongeluk in Ochten meegekregen. Daar overleed op een kalverhouderij een tweejarig kind nadat het was aangereden door een shovel. De precieze toedracht wordt nog onderzocht, maar het verdrietige voorval zette veel ouders weer even op scherp: hoe zit het bij ons met de veiligheid?

“Het scheelt dat onze kinderen op een boerderij zijn opgegroeid”, denkt Barbara, die drie kinderen heeft van 10, 7 en 5 jaar. “Van jongs af aan hebben we ze bijvoorbeeld ingeprent dat ze op een veilige plek moeten gaan staan als er een trekker aankomt. Het is inmiddels een automatisme voor ze. Griezeliger is het als er kinderen komen spelen die niet van een boerderij komen. Die gaan niet vanzelf op het gras staan als er een machine aankomt, dus dan ben ik extra alert. Verder werken we hier met een schone en een vuile weg. Over de één komen veel vrachtwagens bij het bedrijf, over de andere niet. Op dat drukke gedeelte komen de kinderen niet.”

Als we met de kinderen over het erf lopen, wijzen we ze regelmatig op de gevaren

Een attentiepop als Victor-Veilig of een waarschuwingsbord heeft ze niet aan de weg staan. “Dat past niet zo bij ons, de chauffeurs die hier komen weten dat hier kinderen rondlopen.” Heel grote zorgen maakt Barbara zich dan ook niet als de kinderen buiten spelen, maar ze is zich wel degelijk bewust van de gevaren. “Het allerengst vind ik de mestput. Daar ligt altijd een deksel of een pallet op, maar het blijft een eng ding. Als we met de kinderen over het erf lopen, wijzen we ze regelmatig op de gevaren: kijk je goed uit? Ja, ze kijken goed uit. Daar vertrouw ik op, want ik wil ze ook niet in een kooitje stoppen. Kijk hoe mooi ze hier opgroeien, ze moeten ook de vrijheid hebben.”

Lees verder onder foto

Victor-Veilig
Victor-Veilig

Alert op veiligheid

Arjan Berg is melkveehouder in Leidschendam. Hij heeft een zoontje van acht. “We kwamen op de boerderij wonen toen hij vijf was. Hij vond alles prachtig, rende ook steeds achter de trekker en de shovel aan. Hartstikke gevaarlijk natuurlijk, we hebben hem echt duidelijk gemaakt dat-ie dat niet moet doen. Hij fietste toen ook veel rondjes op het erf en voor de zichtbaarheid hadden we zo’n vlaggetje aan een lange stok aan zijn fiets vastgemaakt. Dat viel goed op. Nu heeft hij een veel grotere fiets, dat rondjes fietsen doet hij niet meer, dus dat vlaggetje hebben we ook niet meer. Maar we blijven wel alert op veiligheid. Als ik aan het voeren ben, kijk ik steeds om me heen waar hij zit. Lachend: “Het meest veilige is het eigenlijk als hij meegaat op de trekker. Toen we de eerste snede aan het inkuilen waren, zat hij bij de loonwerker in de cabine, met een veiligheidsgordel om. De loonwerker kon flink doorrijden en mijn zoontje zat veilig en vond het prachtig.”

Geen trekkerwerk plannen

Ook Arjan noemt de mestput als meest gevaarlijke punt op het bedrijf. “Als ik aan het mestmixen ben, wil ik dat de put weer dicht zit als hij uit school komt.” Nog gevaarlijker vindt Arjan de situatie als er kinderen uit school komen om te spelen. “Dan plan ik geen trekkerwerk. Meestal worden ze rond een uur of vijf opgehaald, dan doe ik het daarna wel.”

Ook Arjan heeft geen waarschuwingsbord aan de weg, al vindt hij het wel het overwegen waard. “Ik zit aan een doodlopende weg, mijn erf wordt vaak gebruikt door busjes, auto’s en bezorgdiensten om te keren. Daar ben ik niet zo weg van, ze kijken niet erg uit, het is gevaarlijk. Maar vaak zijn ze alweer weg als ik eraan kom om er iets van te zeggen. Een groot hek? Ja, dat kan wel, maar daar heb ik zelf ook last van. Dus misschien is een bord of zo’n waarschuwingspop met een vlaggetje wel een idee.”

Niet zonder begeleiding

“De mestput”, antwoordt Anja Bijmond uit Den Bosch zonder aarzelen op de vraag wat ze als de gevaarlijkste plek op het erf ziet. “Er ligt altijd een deksel op, maar het liefst wil ik dat er ook nog een hek omheen komt. Dat is natuurlijk onhandig, dat snap ik ook wel, maar veiligheid gaat wat mij betreft boven alles. Kinderen zijn speels, ze kunnen zomaar een keer iets doen wat ze nog nooit eerder gedaan hebben. In die zin vertrouw ik die van mij, ze zijn 7 en 6, wel een beetje, maar ook weer niet helemaal. Tijdens het inkuilen wil ik daarom niet dat ze zonder begeleiding gaan kijken. Ik heb ze dan goed aan de hand, zodat ze niet ineens weg kunnen rennen.” Aan het begin van de oprit staan waarschuwingsborden met ‘pas op, spelende kinderen’. “Ik weet niet of het veel helpt, op die grote trekkers zie je een klein kind volgens mij niet, maar een gewaarschuwd mens telt voor twee, dus ik laat ze toch maar staan.”

Een erf is een gevaarlijke plek en dat moet je serieus nemen

Hoewel ook Anja zich bewust is van de gevaren, wil ook zij haar kinderen niet in een kooi stoppen. “Het is een spanningsveld, want juist op een boerderij is er veel ruimte en zijn er allemaal spannende dingen te beleven. Ik houd het er maar op dat je moet blijven waarschuwen en goed op moet blijven letten.”

Arjan: “In Leiden is onlangs een zevenjarig meisje aangereden door een bus en overleden. Verschrikkelijk, het was hier het gesprek van de dag. Een erf is een gevaarlijke plek en dat moet je natuurlijk serieus nemen. Maar bedenk wel: in de stad kan het ook mis gaan.”

Meer informatie over kindveiligheid op het erf op stigas.nl

Beheer
WP Admin