Brabantse actiegroepen: weinig effect saneringsregeling varkenshouderij

Voorzitter Geert Verstegen van het Brabants Burgerplatform zit volgens eigen zeggen minder in de directe stank omdat zijn buurman gebruik maakte van de saneringsregeling varkenshouderij, maar de geuroverlast van verder gelegen stallen en in andere regio’s is volgens hem niet afgenomen.

Ik weet niet waar het vandaan komt en van welk bedrijf is het is, dus een klacht wordt dan afgehandeld zonder nader onderzoek

Maria Berkers van Stop de Stank zegt niets te merken van de effecten van de regeling. Ze woont in de bebouwde kom van Deurne en zegt nog geregeld last te hebben van stank. “Ik weet niet waar het vandaan komt en van welk bedrijf is het is, dus een klacht wordt dan afgehandeld zonder nader onderzoek”, legt ze uit.

Burgers opnieuw afhankelijk van keuzes boeren

Cor Peeters is op zich positief over de regeling, omdat het voor hem het bewijs is dat de overheid inziet dat er stankoverlast is. Hij vindt het wel bezwaarlijk dat de regeling vrijwillig was, in plaats van dat de bedrijven die de grootste overlast veroorzaken moesten sluiten. Daarmee zijn volgens hem burgers opnieuw afhankelijk van de keuzes die boeren zelf maken.

Oplossing is niet eenvoudig

Voorzitter Linda Verriet van Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) zegt dat de regeling een initiatief was van de sector zelf, samen met de overheid, om geuroverlast te beperken in het kader van de Agenda Vitale Varkenshouderij. Boeren willen ook geen overlast veroorzaken voor hun omgeving, benadrukt ze. Aan de Subsidieregeling Sanering Varkenshouderij deden 278 varkensbedrijven mee met in totaal 580.447 varkenseenheden.
Tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer spraken burgers, boeren, beleidsmakers en specialisten over de geurproblematiek. Daarin werd duidelijk dat iedereen op zoek is naar een oplossing, maar dat de problematiek niet eenvoudig op te lossen is. Volgende week volgt een debat.